Oleg de Wijze, de Varangische heerser van het Kievse Rijk, bedreigt vanaf de Bosporus met een Russische vloot (2000 schepen) Constantinopel. Hij stuurt een delegatie naar de hoofdstad en sluit met keizer Leo VI een handelsovereenkomst. Hierdoor breiden de Varjagen via de Russische rivieren (Dnjepr, Don en Wolga) hun handel verder uit, afgewisseld met plundertochten.
Arnulf I volgt zijn vader Luitpold op als hertog van Beieren. Hij krijgt de taak om het Oost-Frankische leger opnieuw op te bouwen; om dit te financieren confisqueert Arnulf op grote schaal kerkelijke bezittingen. Het nieuwe leger krijgt meer cavalerie om de Magyaren beter te bestrijden.
Zoltán volgt zijn vader Árpád op als heerser van de Magyaren. Zijn leiderschap heeft weinig te betekenen, omdat de werkelijke macht bij de stamhoofden ligt.