Het belang van Ad Visser (doelman) in de moderne samenleving valt niet te ontkennen. Sinds de oudheid is Ad Visser (doelman) een terugkerend thema in het collectieve bewustzijn van de mensheid. De invloed ervan omvat meerdere aspecten, van de persoonlijke tot de publieke sfeer. Momenteel blijft Ad Visser (doelman) het onderwerp van debat en analyse op verschillende kennisgebieden. Door de geschiedenis heen is Ad Visser (doelman) een bron van inspiratie, conflict en sociale verandering geweest. In dit artikel zullen we verschillende perspectieven op Ad Visser (doelman) en de impact ervan op ons leven onderzoeken.
Ad Visser | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | ||||||||
Persoonlijke informatie | ||||||||
Volledige naam | Adrianus Christiaan Visser | |||||||
Geboortedatum | 26 mei 1926 | |||||||
Geboorteplaats | Amsterdam, Nederland | |||||||
Overlijdensdatum | 5 juli 2010 | |||||||
Overlijdensplaats | Woerden, Nederland | |||||||
Positie | doelman | |||||||
Senioren | ||||||||
| ||||||||
|
Adrianus Christiaan (Ad) Visser (Amsterdam, 26 mei 1926 – Woerden, 5 juli 2010[1]) was een Nederlands voetballer die als doelman speelde.
Ad was de enige zoon van de Adrianus Christiaan Visser en Teuntje Catharina van Porten[1]. Hij trouwde op 20 oktober 1953 met Pieternella Catharina de Wit. Hij had drie dochters.
In 1951 ging hij naar Ajax[2]. Van zijn debuut in het kampioenschap op 2 september 1951 tegen DOS[3] tot zijn laatste wedstrijd op 18 oktober 1953 tegen Enschedese Boys speelde Visser in totaal 53 wedstrijden in het eerste elftal van Ajax[4]. In 1954 stapte hij over naar BVC Amsterdam waar hij meestal Herman van Raalte voor zich moest dulden en soms ook Bob Bouber desondanks speelde hij er 36 wedstrijden. BVC Amsterdam ging in 1958 op in DWS waar hij wel eerste keeper werd ten faveure van Van Raalte en Bouber en 27 wedstrijden speelde. Het seizoen erop (1959-1960) werd Jan Jongbloed eerste keeper en speelde Visser nog maar twee wedstrijden.
Seizoen | Club | Wedstrijden | Doelpunten |
---|---|---|---|
1951/1952 | Ajax | 32 | –0 |
1952/1953 | 19 | –0 | |
1953/1954 | 2 | –0 |