Dit artikel gaat in op het belang van Alpenwolfsklauw in de huidige context. Alpenwolfsklauw is op verschillende gebieden aan relevantie gewonnen en heeft de aandacht getrokken van experts en het grote publiek. Door de geschiedenis heen heeft Alpenwolfsklauw een fundamentele rol gespeeld in de samenleving en aspecten als cultuur, politiek, economie en technologie beïnvloed. In die zin is het van cruciaal belang om de impact die Alpenwolfsklauw op ons leven heeft, te analyseren en te begrijpen, evenals de implicaties die de aanwezigheid ervan in de wereld van vandaag met zich meebrengt. Via een multidisciplinaire aanpak is het de bedoeling om je te verdiepen in de meest relevante aspecten van Alpenwolfsklauw, waarbij je de evolutie, de uitdagingen en de projectie ervan in de toekomst aanpakt.
Alpenwolfsklauw | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Diphasiastrum alpinu (L.) Holub (1975) | |||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||
Alpenwolfsklauw op ![]() | |||||||||||||
|
De alpenwolfsklauw (Diphasiastrum alpinum, basioniem: Lycopodium alpinum) is een giftige, vaste plant, die behoort tot de wolfsklauwfamilie (Lycopodiaceae). De plant komt van nature voor in Midden- en Centraal-Europa en in Noord-Amerika. In Wallonië is de soort niet meer aanwezig. Het aantal chromosomen is 2n = 44, 46 of ongeveer 48.[1]
De plant heeft een blauwgroene kleur. De liggende stengels worden 30-70 cm lang en wortelen hier en daar met adventiefwortels. De rechtopstaande stengels zijn 6-10 cm lang en zijn dicht bebladerd met vier rijen tegen de stengels aangedrukte bladeren. De steriele spruiten zijn vierkantig en gewoonlijk niet afgevlakt (op schaduwplaatsen wel iets afgevlakt). De 0,7-1,5 mm lange en 0,8 mm brede bladeren aan de voorkant zijn duidelijk gesteeld en knievormig. De lancetvormige bladeren aan de voorkant en achterkant zijn even groot. De lichtgele, lancetvormige, toegespitste, 1,1-2,5 cm lange sporenaren hebben een korte steel. De 2 × 1,2 mm grote, dakpansgewijs gerangschikte sporofyllen zijn breed-ovaal en hebben een vliezige, onregelmatig getande rand. De sporangia zijn ingekapseld.
De sporen rijpen in juli, augustus en september.