In dit artikel duiken we in de fascinerende wereld van Annisteen Allen, waarbij we de oorsprong, de impact ervan op de hedendaagse samenleving en de relevantie ervan door de geschiedenis heen onderzoeken. Vanaf het begin tot op de dag van vandaag heeft Annisteen Allen een aanzienlijke invloed uitgeoefend op verschillende aspecten van het leven, van cultuur tot technologie. We zullen de evolutie ervan in de loop van de tijd analyseren, evenals de uitdagingen en controverses waarmee het gedurende zijn carrière te maken heeft gehad. Via een multidisciplinaire aanpak zullen we verschillende perspectieven op Annisteen Allen behandelen, waardoor we een alomvattend beeld krijgen van het belang ervan in de hedendaagse wereld. Dit artikel probeert een complete en verrijkende kijk op Annisteen Allen te bieden, met als doel het begrip ervan en de implicaties ervan voor het heden en de toekomst te verdiepen.
Annisteen Allen | ||||
---|---|---|---|---|
Algemene informatie | ||||
Geboren | 11 november 1920![]() | |||
Geboorteplaats | Champaign![]() | |||
Overleden | 10 augustus 1992![]() | |||
Overlijdensplaats | Harlem![]() | |||
Land | ![]() | |||
(en) AllMusic-profiel (en) Discogs-profiel (en) MusicBrainz-profiel | ||||
|
Ernestine (Annisteen) Letitia Allen (Champaign (Illinois), 11 november 1920 - New York, 10 augustus 1992) was een Amerikaanse blues- en rhythm and blues-zangeres die actief was in de jaren veertig en vijftig.
Ze maakte haar eerste opnames in 1945, waaronder "Miss Annie's Blues" en "Love for Sale". Eind jaren veertig zong ze met Big John Greer en Wynonie Harris. Ook werkte ze samen met Lucky Millinder en zijn orkest. Millinder gaf haar overigens de bijnaam Annisteen, naar zijn geboorteplaats Anniston. Ze had verschillende hits, zoals "Let it Roll" en "More, More, More", opgenomen voor de platenlabels Decca Records en RCA Victor. Ook nam ze op voor King Records en Capitol Records. Ze toerde met trompettist Joe Morris en zijn Blues Cavalcade en met de Orioles. In 1955 had ze een hit met "Fujiyama Mama", eerder gecoverd door Eileen Barton en later een cover van Wanda Jackson. Eind jaren vijftig maakte ze verschillende singles voor kleine platenmaatschappijen en nam ze een lp met de band van King Curtis op. In 1961 trok ze zich uit de muziekbusiness terug.