In de wereld van vandaag is Arabisch socialisme een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een breed spectrum van de samenleving. Van de impact ervan op het dagelijks leven van mensen tot de invloed ervan op de economie en de politiek, Arabisch socialisme is erin geslaagd de aandacht te trekken en gepassioneerde debatten op verschillende gebieden op gang te brengen. Met het verstrijken van de tijd zijn het belang en de impact ervan toegenomen, wat heeft geleid tot een groeiende belangstelling voor het begrijpen van de aard, de implicaties en de mogelijke toekomstige gevolgen ervan. In dit artikel zullen we het fenomeen Arabisch socialisme verder onderzoeken en de betekenis ervan in de huidige context bespreken.
Arabisch socialisme (ar. الاشتراكية العربية, al-ishtirākīya al-‘arabīya) is een ideologie gebaseerd op een mengeling van het panarabische en socialistische gedachtegoed. Deze specifieke stroming is niet hetzelfde als het meer algemene socialisme, wat ook in de Arabische landen al veel langer bestaat.
De Egyptische president Gamal Abdel Nasser schafte oude titels af, zoals 'bey' en 'pasja', die in de tijden van Ottomaanse heerschappij bestonden. Hij maakte ook een begin met sociale voorzieningen, en met nationalisaties van grote bedrijven. Dit streven bestempelde hij als 'Arabisch socialisme'. Klassenstrijd en marxisme worden verworpen. Over het algemeen is er binnen het Arabische socialisme ruimte voor de particuliere sector (landbouwers, middenstand, kleine en middelgrote ondernemers, de zogenaamde "nationale kapitalisten."[1] Ook godsdienst wordt gewaardeerd (bijv., Nasser was een gelovige moslim), maar men streeft niettemin naar een seculier staat. Fundamentalisme wordt (soms hardhandig) bestreden. Voor religieuze minderheden bestaat enige ruimte, in ieder geval meer dan onder islamitisch-fundamentalistische regimes (Saoedi Arabië, Iran).