In de wereld van vandaag is Arachniodes webbiana voor veel mensen een onderwerp van interesse en discussie geworden. Of het nu komt door de relevantie ervan in de huidige samenleving, de impact ervan op de arbeidswereld of het belang ervan in het dagelijks leven van mensen, Arachniodes webbiana is een onderwerp dat niemand onverschillig laat. Door de jaren heen is over var1 en de implicaties ervan gedebatteerd, wat tegenstrijdige meningen heeft opgeleverd en een groeiende interesse in het begrijpen van de impact ervan op verschillende gebieden. In dit artikel zullen we het onderwerp Arachniodes webbiana en de verschillende aspecten ervan diepgaand onderzoeken, waarbij we de betekenis, het belang en de mogelijke gevolgen ervan in de toekomst analyseren.
Arachniodes webbiana | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Arachniodes webbiana (Braun) Schelpe (1967) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||||
Arachniodes webbiana op ![]() | |||||||||||||||||||
|
Arachniodes webbiana is een varen uit de niervarenfamilie (Dryopteridaceae). Het is een soort van donkere nevelwouden uit tropisch- en subtropisch Afrika, die ook op het eiland Madeira te vinden is.
De botanische naam Arachniodes is afgeleid van het Oudgriekse ἀράχνιον, arachnion, (spinnenweb) en -ωδής, -ōdes (lijkend op). De soortaanduiding webbiana is een eerbetoon aan de 19e-eeuwse Britse botanicus Philip Barker Webb (1793-1854).
Arachniodes webbiana is een overblijvende, kruidachtige plant met wijd uiteenstaande, overhangende leerachtige bladen. De bladsteel is tot 50 cm lang, strokleurig, onderaan bezet met kleine haarvormige schubjes. De bladschijf is tot 60 cm lang en 50 cm breed, breed driehoekig, glimmend donkergroen, dubbel- tot viermaal geveerd. De deelblaadjes zijn naar de top toe gebogen. De onderste deelblaadjes zijn veel groter dan de volgende, waardoor het blad bijna handvormig samengesteld lijkt. De bladslipjes zijn smal ruitvormig met een naaldvormige top, donkergroen bovenaan, wat lichter groen aan de onderzijde. De plant ontstaat uit een kruipend rizoom, tot 7 mm dik, bedekt met bruine lijnvormige schubben.
De sporenhoopjes zitten op de onderzijde van de bladen op de bladslipjes, zijn klein en rond, afgedekt met een membraanachtig rond dekvliesje dat afvalt bij rijpheid.
A. webbiana komt verspreid voor over tropisch- en subtropisch Afrika, voornamelijk in de Centraal-Afrikaanse landen Kenia, Malawi, Rwanda, Tanzania, Oeganda, Zambia en Zimbabwe en in Zuid-Afrika.
Daarbuiten komt hij ook zeer zeldzaam voor op het Portugese eiland Madeira.
Het is een terrestrische varen die vooral te vinden is op rotsige rivieroevers in donkere, vochtige nevelwouden, van 1000 tot 1850 m hoogte. Op Madeira komt de soort voor in de laurierbossen of Laurisilva.