In het volgende artikel zullen we Arte povera diepgaand analyseren, een onderwerp dat de afgelopen jaren veel belangstelling en debat heeft gegenereerd. Sinds zijn opkomst heeft Arte povera de aandacht getrokken van zowel experts als fans, waardoor een breed scala aan meningen en theorieën is ontstaan. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Arte povera onderzoeken, van de impact ervan op de hedendaagse samenleving tot de relevantie ervan in de historische context. Daarnaast zullen we de toekomstige implicaties van Arte povera onderzoeken en de rol die het zou kunnen spelen in ons dagelijks leven. Deze analyse probeert een alomvattend perspectief op Arte povera te bieden, met als doel de kennis en het begrip van dit zeer relevante onderwerp te verrijken.
De term arte povera (arme kunst) werd voor het eerst gebruikt in 1967 door de Italiaanse kunstcriticus Germano Celant om het werk van een aantal jonge kunstenaars te beschrijven die installaties maakten met eenvoudige materialen. Arte povera was een invloedrijke kunststroming in de jaren zeventig met raakvlakken aan de internationale fenomenen zoals land art, minimal art en conceptuele kunst. De kunstenaars waren afkomstig uit Genua, Turijn, Rome en Milaan.
De essayist Germano Celant zette de principes van de kunststroming uiteen in Arte Povera uit 1969 en was er uiteraard de grote promotor van. Arte povera wilde een verdere evolutie zijn van op-art en popart en wees zowel het 'schilderij-object' af van de eerste als de 'wijze van naar buiten treden' van de laatste. Deze kunstvorm wilde aansluiting zoeken zowel bij het Amerikaanse neo-dadaïsme als bij het Franse nouveau réalisme. Door het kunstwerk als verhandelbaar 'product' te ontkennen, ontstonden kortstondige creaties in vergankelijke materialen en op tijdelijke plaatsen.
Tot de meest Italiaanse vertegenwoordigers van de stroming behoren:
Ook de volgende kunstenaars worden soms genoemd: