Tegenwoordig is Atzma'ut (schip, 1901) een onderwerp van grote relevantie en interesse voor een grote verscheidenheid aan mensen. Of het nu vanwege de impact ervan op de samenleving, de invloed op de populaire cultuur of het belang ervan in het professionele veld is, Atzma'ut (schip, 1901) is een terugkerend gespreksonderwerp over de hele wereld geworden. Met zijn verscheidenheid aan facetten en zijn vermogen om debat te genereren, blijft Atzma'ut (schip, 1901) een steeds evoluerend onderwerp dat de aandacht en nieuwsgierigheid van het publiek blijft trekken. In dit artikel zullen we verschillende aspecten van Atzma'ut (schip, 1901), de impact en de relevantie ervan vandaag de dag gedetailleerd onderzoeken.
Atzma'ut
| ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Geschiedenis | ||||
Tewaterlating | 1901 | |||
Eigenaren | ||||
Vlag | ![]() | |||
Eigenaar | Mossad Le'Aliyah Bet | |||
Vroegere namen | El Valle, Pan Crescent | |||
Brutotonnage | 4570 | |||
|
De Atzma'ut (Hebreeuws: עצמאות) was een in 1901 gebouwd passagiersschip. Na de Tweede Wereldoorlog werd het schip door de Mossad Le'Aliyah Bet onder de Panamese vlag ingezet voor de Aliyah Bet, de illegale immigratie van Joden naar het Mandaatgebied Palestina.
Op 27 december 1947 vertrok het schip vanuit Bulgarije, vergezeld van het stoomschip Kibbutz Galuyot. De bevelhebber van de operatie was Yossi Harel, een Haganalid die voorheen ook het bevel had gevoerd op de reis van de Exodus.[1] Er waren 7612 passagiers aan boord, het grootste aantal immigranten dat tijdens de Aliyah Bet op één schip werden vervoerd. Op 1 januari werd het schip onderschept door de Britse blokkade en naar het door de Britten bezette Cyprus geloodst. De immigranten werden gedeporteerd naar een interneringskamp op het eiland.