In de wereld van vandaag is Bacillus thuringiensis een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een groot aantal mensen. Sinds de ontdekking ervan tot op de dag van vandaag is Bacillus thuringiensis het onderwerp geweest van meerdere studies, debatten en wetenschappelijke vooruitgang die hebben bijgedragen aan het uitbreiden van onze kennis over dit onderwerp. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Bacillus thuringiensis, waarbij we de impact ervan op de samenleving analyseren, de evolutie ervan in de loop van de tijd en de mogelijke implicaties die het heeft voor de toekomst. Vanuit een multidisciplinair perspectief zullen we proberen alles wat Bacillus thuringiensis te bieden heeft diepgaand te begrijpen, en hoe de invloed ervan zich uitstrekt tot verschillende gebieden van ons dagelijks leven.
Bacillus thuringiensis | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||
Sporen en kristallen van Bacillus thuringiensis | |||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Soort | |||||||||||
Bacillus thuringiensis Berliner 1915 | |||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||
Bacillus thuringiensis op ![]() | |||||||||||
|
Bacillus thuringiensis is een bacterie die een gif afscheidt dat bij insecten en hun larven, vooral rupsen, de darmwand aantast, waardoor het insect ophoudt met eten en na enige dagen te gronde gaat. Dit effect is al beschreven in 1911. De bacterie komt algemeen in de bodem voor en is nauw verwant aan B. cereus en de miltvuurbacterie (B. anthracis).
Het gif van B. thuringiensis, dat naar de initialen van de naam van de bacterie meestal Bt of Bt-toxine wordt genoemd, is voor de meeste andere insecten en voor mensen niet schadelijk. Bacillus thuringiensis wordt daarom wel gebruikt als natuurlijk bestrijdingsmiddel en recent is het ook gelukt (door middel van genetische modificatie) het gen voor het vergif in planten in te bouwen, waardoor deze niet meer eetbaar zijn voor plaaginsecten[1][2]. Hierdoor kon het gebruik van conventionele pesticiden, die voor mens en dier giftig zijn, worden verminderd.
De toepassing in planten door middel van genetische modificatie heeft controversen veroorzaakt. Een maïsvariant met het Bt-gen kwam in opspraak omdat beweerd werd dat het stuifmeel van de maïs (een windbestuiver) door de wind op planten van het geslacht Asclepias terecht zou kunnen komen. Als de bladeren ervan dan werden gegeten door de rupsen van de monarchvlinder (Danaus plexippus) zou het kunnen gebeuren dat die rupsen daaraan doodgingen. Het bestand van de monarchvlinder[3] zou dan achteruitgaan. De Amerikaanse EPA (Environmental Protection Agency) heeft in 2001 geoordeeld dat dit geen reëel gevaar was. Hoewel het effect in het laboratorium was aangetoond bij kunstmatig zwaar met stuifmeel besmette voedselplanten van de monarchvlinder bleek dit effect in de natuur niet in zorgwekkende mate op te treden. Verscheidene onderzoeken in het veld hebben dit bevestigd[4][5]. Tegenstanders wijzen nog op de theoretische mogelijkheid dat het Bt-gen in andere grassen zou kunnen overgaan door natuurlijke hybridisatie.