In dit artikel gaan we Belgisch-Frans verkennen, een onderwerp dat door de jaren heen de aandacht van velen heeft getrokken. Vanaf het begin tot aan de impact ervan op de moderne samenleving is Belgisch-Frans het onderwerp geweest van debat en discussie. Naarmate we dieper op dit onderwerp ingaan, zullen we de implicaties ervan op verschillende gebieden ontdekken, evenals de vooruitgang en uitdagingen die eromheen liggen. Met behulp van een kritische en analytische benadering zullen we het belang van Belgisch-Frans in de wereld van vandaag onderzoeken en hoe het onze perceptie en begrip ervan heeft gevormd. Met dit artikel hopen we een diepere en completere visie op Belgisch-Frans te bieden, en onze lezers uit te nodigen om na te denken over de relevantie en betekenis ervan vandaag.
Belgisch-Frans is de variant van het Frans die gesproken wordt in Wallonië en in Brussel. De term dient niet verward te worden met Waals en Picardisch, twee met het Frans verwante Romaanse streektalen. Het Belgisch-Frans is een regionaal gekleurde variant van het Frans en wordt in alle officiële situaties gebruikt. Men kan het Belgisch-Frans verdelen in het "Waals-Frans", met een grotere inslag van het Waals en Picardisch, en het "Brussels-Frans", met een grotere inslag van de lokale variant van het Brabants, dat bijna volledig verdween tijdens de verfransing van Brussel.
Het Belgische Frans wijkt op twee manieren af: ten eerste benoemt het veel zaken op een andere, niet typisch Franse manier en ten tweede bevat het veel invloeden van het Waals, het Nederlands en het Luxemburgs. In het eerste opzicht vertoont het Belgisch-Frans overeenkomsten met het Zwitsers-Frans.
Opvallende verschillen zijn te vinden in de telwoorden:
De invloeden van het Waals en de omringende Germaanse talen komen vooral in de volkstaal terug: zo laat men onder Nederlandse invloed de aanvoegende wijs geregeld vallen en past men constructies toe die het Frans niet toelaat. Het accent dat hierbij gebruikt wordt verschilt niet bijzonder veel van het Parijse accent maar wordt door Fransen vaak als hoekig en onvriendelijk ervaren. Het Belgisch-Frans kent een w (zoals het Waals) en heeft de neiging halfvocalen geheel te consonantiseren (vieux klinkt als vyeu, fuir als fwir).