Tegenwoordig is Bijvoeglijk naamwoord een onderwerp dat van groot belang is voor een groot deel van de bevolking. Deze kwestie heeft de aandacht getrokken van experts, wetenschappers en professionals uit verschillende vakgebieden, die hun tijd en moeite hebben besteed aan het analyseren ervan vanuit verschillende benaderingen. Bovendien heeft Bijvoeglijk naamwoord een debat in de samenleving teweeggebracht, wat aanleiding heeft gegeven tot tegenstrijdige meningen en uiteenlopende standpunten. Gezien deze situatie is het relevant om onze kennis van Bijvoeglijk naamwoord te verdiepen en de implicaties ervan in verschillende contexten te onderzoeken. Voor dit doel zal dit artikel Bijvoeglijk naamwoord gedetailleerd en kritisch behandelen, om een alomvattende visie op dit huidige onderwerp te bieden.
Een bijvoeglijk naamwoord of adjectief is een woordsoort in de taalkundige benoeming. Het wordt gebruikt om iets anders in de zin (vaak een zelfstandig naamwoord) nader te omschrijven. Het bijvoeglijk naamwoord (afkorting bn.) duidt dus meestal een eigenschap of hoedanigheid aan en vormt meestal één zinsdeel met datgene wat het nader omschrijft.
Een bijvoeglijk naamwoord kan in een zin op twee manieren gebruikt worden: attributief en niet-attributief. Niet-attributief gebruik kan weer worden onderverdeeld in predicatief en bijwoordelijk gebruik.
In het Nederlands en veel andere talen kunnen van veel bijvoeglijke naamwoorden een vergrotende trap en overtreffende trap afgeleid worden. Het oorspronkelijke bijvoeglijk naamwoord is de stellende trap. Samen heten ze de trappen van vergelijking.
Vrijwel alle bijvoeglijke naamwoorden kunnen daarnaast worden gesubstantiveerd, wat betekent dat ze de syntactische eigenschappen van zelfstandige naamwoorden krijgen en met andere adjectieven kunnen worden gecomplementeerd. Dit gebeurt meestal met specifieke vaste achtervoegsels, waarvan elke taal er een aantal heeft.