Bill Clinton

Bill Clinton
William Jefferson Clinton in 1993
Geboren 19 augustus 1946
Hope (Arkansas)
Politieke partij Democratische Partij
Partner Hillary Clinton (sinds 1975)
Beroep Politicus
Rechtsgeleerde
Hoogleraar
Auteur
Religie Baptisme
Handtekening Handtekening
Website clintonfoundation.org
clintonlibrary.gov
42e president van de Verenigde Staten
Aangetreden 20 januari 1993
Einde termijn 20 januari 2001
Vicepresident(en) Al Gore
Voorganger George H.W. Bush
Opvolger George W. Bush
40e en 42e gouverneur van Arkansas
Aangetreden 11 januari 1983
Einde termijn 12 december 1992
Voorganger Frank D. White
Opvolger Jim Guy Tucker
Aangetreden 9 januari 1979
Einde termijn 19 januari 1981
Voorganger Joe Purcell
Opvolger Frank D. White
50e procureur-generaal van Arkansas
Aangetreden 3 januari 1977
Einde termijn 9 januari 1979
Voorganger Jim Guy Tucker
Opvolger Steve Clark
Portaal  Portaalicoon   Politiek

William Jefferson (Bill) Clinton (Hope (Arkansas), 19 augustus 1946) is een Amerikaans politicus van de Democratische Partij. Hij was de 42e president van de Verenigde Staten van 1993 tot 2001.

Clinton, een jurist van beroep, was van 1973 tot 1976 hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit van Arkansas. Hij was van 1977 tot 1979 de procureur-generaal van Arkansas en van 1979 tot 1981 en van 1983 tot 1992 de 40e en 42e gouverneur van Arkansas.

In 1992 won Clinton, samen met running mate Al Gore, de verkiezing van 1992 en versloeg daarmee de zittende president George H.W. Bush. Tijdens de verkiezingen van 1996 versloeg hij Republikein Bob Dole en werd daarmee verkozen voor een tweede termijn.

Clinton is getrouwd met de voormalige minister van Buitenlandse Zaken en oud-senator Hillary Clinton. Samen hebben ze één dochter, Chelsea. Hillary Clinton was de presidentskandidaat namens de Democratische Partij voor de presidentsverkiezingen van 2016, maar verloor de verkiezingen van Donald Trump.

Biografie

Jeugd en huwelijk

Clinton werd geboren als William Jefferson Blythe III op 19 augustus 1946 in Hope (Arkansas). Zijn vader, William Jefferson Blythe, Jr., stierf in een auto-ongeval drie maanden voor Clinton werd geboren. Toen William vier jaar oud was, hertrouwde zijn moeder met Roger Clinton uit Hot Springs. Daar groeide William (Bill) ook op. Tijdens zijn tijd op de plaatselijke highschool nam hij de achternaam Clinton aan.

Toen hij tijdens een bezoek aan het Witte Huis in 1963 president John F. Kennedy ontmoette en Martin Luther King zijn historische "I Have a Dream"-toespraak gaf, besloot Clinton te streven naar een carrière in de politiek.

In 1968 studeerde hij af aan de universiteit van Georgetown en won de prestigieuze Rhodesbeurs voor de Universiteit van Oxford. In 1973 ontving hij de graad "Juris Doctor" aan de Yale-universiteit.

Tijdens zijn studie aan Yale ontmoette hij Hillary Diane Rodham. Zij trouwden in 1975. Vijf jaar later, in 1980, werd hun enige kind geboren, dochter Chelsea Victoria.

Na de Lewinsky-affaire vertelde hij zich tegenover hen te schamen voor de relatie die hij met Lewinsky had gehad, en vooral voor het tegenover hen expliciet ontkennen ervan toen die in het nieuws kwam.

Vroege carrière

Nieuw gekozen gouverneur van Arkansas Bill Clinton en toenmalig president Jimmy Carter in 1978.

Na enkele jaren als universitair docent rechten te hebben onderwezen aan de Universiteit van Arkansas, werd Clinton procureur-generaal (Attorney General) van Arkansas.

In 1978 werd Clinton gekozen als de 40e gouverneur van Arkansas, maar verloor in 1980 van zijn Republikeinse uitdager Frank White. Clinton werkte de volgende twee jaar aan zijn comeback. In 1982 slaagde hij er in om opnieuw gekozen te worden als de 42e gouverneur. Hij bekleedde in totaal drie termijnen lang (in 1981 beliep één termijn twee jaar; nadien bedroeg deze vier jaar) de positie van gouverneur van Arkansas, te weten van 1979 tot 1981, en van 1983 tot 1992.

In 1992 stelde Clinton zich verkiesbaar voor het presidentschap. Door het winnen van de Golfoorlog leek president George H.W. Bush van een herverkiezing verzekerd. Verschillende prominente Democraten stelden zich daarom niet verkiesbaar. In de voorverkiezingen nam Clinton het op tegen Jerry Brown en Paul Tsongas. Clinton won de voorverkiezingen met een grote meerderheid en hiermee de nominatie van de Democratische Partij. Hij koos senator Al Gore van Tennessee als running mate.

Mede dankzij de slechte economie (Clinton: "It's the economy, stupid!" - vert.: "Het gaat om de economie, sukkel!"), een belastingverhoging en - niet te onderschatten - zijn uitzonderlijke charme en charisma, won Clinton samen met Al Gore de verkiezingen van 1992. Volgens commentatoren had Clintons charisma echter ook een schaduwzijde, hetgeen tijdens zijn presidentschap pijnlijk tot uitdrukking zou komen.

Presidentschap

Hillary, Chelsea en Bill Clinton in 1993.

Clinton was de eerste Democraat sinds Franklin D. Roosevelt die twee volledige ambtstermijnen als president vol maakte. Zijn verkiezing betekende het einde van een tijdperk van dominantie door de Republikeinen, die de president hadden geleverd gedurende de twaalf jaar daarvoor en gedurende 20 van de 24 jaar daarvoor. Deze verkiezing gaf de Democraten, voor het eerst sinds Jimmy Carter, weer de volledige controle over de drie belangrijkste takken van de federale overheid te weten beide kamers van het Congres en het presidentschap.

Meteen na zijn aantreden loste Clinton een verkiezingsbelofte in door de zogeheten "Family and Medical Leave Act" (1993) te tekenen, een wet die bedrijven vanaf een bepaalde omvang verplichtte hun werknemers onbetaald verlof te verlenen in geval van ernstige medische problemen of problemen binnen de familie. Dit deed meer goeds voor zijn populariteit dan zijn aarzeling een andere belofte in te lossen, die om de acceptatie van openlijke homoseksuelen in het leger te vergroten. Van links kwam de kritiek dat zijn aanpak te vrijblijvend was, terwijl rechts meende dat Clinton weinig begreep van het leger. Na een lange discussie besloten Clinton en het Pentagon tot een "Don't ask, don't tell"-beleid ("niet naar vragen, niet zeggen"), wat na een lange discussie op 22 december 2010 werd afgeschaft onder het presidentschap van Barack Obama.

Onder Clinton was er gedurende de jaren 90 sprake van aanhoudende economische groei (die volgens het Office of Management and Budget al in april 1991 begon), afnemende werkloosheid en toenemende welvaart als gevolg van de hausse op Wall Street. In hoeverre dit te danken is aan Clinton is een veelbesproken kwestie. Veel positieve invloed ging ook uit van het Congres en van Alan Greenspan, het door Clinton herbenoemde hoofd van de Federal Reserve. Tevens speelde de combinatie van positieve technologische ontwikkelingen en de gunstige toestand van de wereldeconomie een rol, zaken waar Clinton weinig invloed op had.

Tussen 1992 en 1994 konden de Democraten een grote invloed uitoefenen, maar de zogeheten "mid-term" verkiezingen van 1994 werden een drama voor de partij. De Democraten verloren hun meerderheid in Huis en Senaat voor de eerste keer in 40 jaar. Dit kwam in belangrijke mate door de mislukte poging van Hillary Clinton om een veelomvattend volksgezondheidssysteem te creëren.

Bill Clinton en Al Gore in 1993.

Na de verkiezingen van 1994 verschoof de aandacht vooral naar het "Contract with America" ("Contract met Amerika") gepropageerd door "Speaker of the House" (voorzitter) Newt Gingrich. Het in meerderheid Republikeinse Congres vocht met Clinton over de begroting. Clinton werd tijdens de verkiezingen van 1996 met een ruime marge herkozen ten koste van de Republikeinse kandidaat Bob Dole. De Republikeinen hielden hun meerderheid in het Congres, maar verloren wel enkele zetels.

Whitewater-schandaal, zaak-Paula Jones, Lewinsky-affaire, impeachment en vrijspraak

Een groot deel van Clintons presidentschap werd overschaduwd door schandalen of nep-schandalen. Kenneth Starr was Speciale Aanklager (independent counsel) bij het onderzoek van het Whitewater-schandaal, over een mislukte gronddeal van jaren eerder, maar deze zaak breidde zich uit naar de zelfmoord van Clintons vriend Vince Foster en "Troopergate", een zaak die draaide om een "Trooper" (beveiliger) van de staat Arkansas die beweerde seksuele ontmoetingen te hebben geregeld voor Clinton, destijds gouverneur. Later trok de man die beweringen in en beweerde hij geld te hebben gekregen van het conservatieve blad American Spectator. Iets dergelijks gold voor Jones, die toegaf geld te hebben ontvangen van conservatieve politieke groeperingen. Starrs opvolger, Robert Ray, stelde voor geen van de aanklachten vervolging in.

Starrs werkterrein werd successievelijk verder uitgebreid met de twee hierna genoemde zaken.

Paula Jones, medewerkster van de staat Arkansas, begon een civiele rechtszaak tegen Clinton, over een incident van seksuele intimidatie in de tijd dat Clinton gouverneur van Arkansas was. Deze zaak werd later geschikt voor $ 850.000. Een federale rechter veroordeelde Clinton vanwege minachting van het hof (het liegen in een verklaring) tot het betalen van een boete van $ 90.000. Om de procedures te vermijden die zouden worden aangespannen om hem zijn recht tot het uitoefenen van het vak van advocaat te ontnemen, leverde hij dit recht zelf in.

Clinton werd in het kader van deze zaak gedwongen alle eventuele seksuele relaties die hij op het werk gehad had te noemen, ook die met wederzijdse instemming (dit zou gebruikelijk zijn bij een zaak als deze). Clinton verklaarde daarop onder ede dat hij geen enkele seksuele relatie op het werk gehad had. Hij werd beschuldigd van meineed toen hij een seksuele relatie bleek te hebben gehad met stagiaire Monica Lewinsky. Hij werd hierover verder ondervraagd (een (discovery) deposition) in januari 1998, en in augustus 1998 bij een ondervraging in het Witte Huis die live op video gevolgd werd in het gerechtsgebouw door de grand jury van deze zaak. In januari ontkende hij nog alles, ook tegen zijn vrouw en dochter. Bij de grand jury ging het onder meer over de definitie van een seksuele relatie. Hij had vooral orale seks ontvangen van Lewinsky (dit bleek uit verklaringen van Lewinsky; zelf zei Clinton alleen dat het ongepaste gedragingen waren), en dat hij vond dat dat niet viel onder de aan hem voorgelegde definitie. Overigens had hij ook haar borsten betast, wat er in ieder geval onder viel.

Starr droeg deze zaak in september 1998 voor aan het Huis van Afgevaardigden van de Verenigde Staten, voor "impeachment]" van Clinton (een aanklacht in het kader van een afzettingsprocedure) op grond van verdenkingen van meineed en tegenwerking van de rechtsgang (niet de relatie zelf, die was formeel geen probleem). Het Huis van Afgevaardigden besloot daarop tot impeachment. De Senaat besloot echter op 12 februari 1999, in een rechtszaak die begon op 7 januari 1999, om Clinton niet te veroordelen, waardoor hij zijn tweede termijn kon afmaken. In de Senaat waren 67 stemmen nodig voor afzetting van de president. De beschuldiging van meineed kreeg 45 stemmen voor en 55 tegen. Bij de aanklacht wegens belemmering van de rechtsgang waren de stemmen gelijk verdeeld: 50 tegen 50.

Na de impeachment

Clinton ontwikkelde een nauwe werkrelatie met Tony Blair, die in 1997 tot Britse premier was gekozen. Hij toonde persoonlijke belangstelling voor de Noord-Ierse problematiek en bezocht het gebied drie keer om de vrede te bevorderen. Dit leidde tot gesprekken tussen beide kampen, die uitmondden in de belofte van het Ierse Republikeinse Leger, op 23 oktober 2001, om zich te ontwapenen.

In 1999 slaagde Clinton er samen met het door de Republikeinen gedomineerde Congres in om voor het eerst sinds 1969 de begroting in evenwicht te brengen.

Door Clinton getekende wetgeving

Bill Clinton en Paus Johannes Paulus II in 1993. Yitzchak Rabin, Bill Clinton en Yasser Arafat in 1993. Bill Clinton en toenmalig Russische president Boris Jeltsin in 1995.

Belangrijkste veto's

Benoemingen Oppergerechtshof

Belangrijkste door Congres geblokkeerde wetgeving

Initiatieven

Belangrijke data

Gratieverleningen

Aan het einde van zijn tweede termijn gaven peilingen aan dat meer dan 60% van de bevolking achter Clinton stond, ondanks een aantal controversiële gratieverleningen die hij vlak voor het einde van zijn presidentschap pleegde. Het is voor Amerikaanse presidenten namelijk gebruikelijk om aan het einde van hun ambtstermijn gratie te verlenen, maar in Clintons geval (140 op zijn laatste dag als president, onder wie aan mensen die zijn campagne hadden gefinancierd en aan een drugshandelaar) leidde dit - tijdelijk - tot een grote daling in populariteit. Tot de personen die gratie kregen behoorde Marc Rich, wat een omstreden beslissing was.

Na het presidentschap

De eerste jaren na zijn presidentschap besteedde Clinton aan het verzilveren van zijn populariteit. Hij reisde de wereld rond om tegen royale vergoeding lezingen te houden, en kon zo zijn torenhoge advocatenrekeningen betalen. Eind 2004 werd in Little Rock, Arkansas, de Clinton Presidential Center geopend. Belangrijkste spreker was George H.W. Bush (senior), die zijn opvolger veel lof toezwaaide. De voormalige president George W. Bush heeft zijn twee voorgangers samen op belangrijke missies gestuurd. Zo reisde het duo begin 2005 naar Azië om de Amerikaanse hulpverlening na de tsunami te coördineren, en vertegenwoordigden ze de VS bij de begrafenis in april 2005 van de paus. Na de orkaan Katrina, die in 2005 New Orleans en het zuiden van de Golf van Mexico-staten verwoestte, werden de twee oud-presidenten als "most distinguished citizens" belast met het inzamelen van giften voor de getroffen inwoners. Op 4 augustus 2009 wist Clinton, tijdens een bezoek aan de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-Il, de vrijlating van twee Amerikaanse journalistes te bewerkstelligen die enkele maanden eerder tot 12 jaar dwangarbeid waren veroordeeld wegens het illegaal oversteken van de grens.

Amerikaanse presidentsverkiezingen 2008

Tijdens de Democratische voorverkiezingen voor het presidentschap in 2008 stond Clinton zijn vrouw Hillary bij in haar campagne. Zijn rol was dusdanig prominent dat Obama opmerkte dat hij soms niet wist "tegen welke Clinton" hij streed.

Bill Clinton en toenmalig premier van het Verenigd Koninkrijk Tony Blair in 1998. Bill Clinton samen met oud-president George W. Bush op bezoek bij president Barack Obama in 2010.

Clinton dreigde zijn hand te overspelen toen hij na de overwinning van Obama in South Carolina stelde dat (de zwarte) Jesse Jackson in 1984 tijdens de voorverkiezingen daar ook gewonnen had, maar uiteindelijk niet de Democratische kandidaat zou worden. Ook stelde hij dat Obama te weinig ervaring had voor het presidentsambt. Een aantal Democratische prominenten vroegen Clinton zijn toon te matigen. Uiteindelijk had de kritiek van Clinton niet het gewenste effect en verloor zijn vrouw na een spannende strijd de voorverkiezingen van Obama. Na enige tijd schaarden zij en haar man zich achter hem. Op de Democratische conventie in Denver sprak Bill Clinton zijn steun uit voor Obama en stelde hij dat Obama "klaar voor het presidentschap" was.

Gezondheid

Op 6 september 2004 onderging Clinton een vierdubbele bypassoperatie. Nadien moest hij nog een lichte operatie ondergaan om littekenweefsel te verwijderen. Sindsdien toont Clinton zich een fervent anti-roker. Hij is bovendien veganistisch gaan eten.

Speaker

Bill Clinton (2015)

Bill Clintons carrière als speaker leidde voor de Clintons tot uitzonderlijke rijkdom. Zo betaalde de Nederlandse financiële dienstverlener Achmea voor een speech in Achlum 600 duizend dollar (ongeveer 440 duizend euro), wat de op drie na hoogste vergoeding was die hij van 2001 tot en met 2013 ontving voor zijn speeches.

Clinton in populaire cultuur

In 1996 verscheen de politieke roman Primary colors: a novel of politics (Nederlandse vertaling: De kandidaat) van journalist Joe Klein (maar anoniem gepubliceerd), over de eerste campagne van Clinton in de Democratische voorronde (primary) van de presidentsverkiezing in 1992. Clinton heet hier Jack Stanton. De roman werd verfilmd in 1998 met John Travolta als Bill en Emma Thompson als Hillary.

Memoires

In 2004 verscheen Bill Clintons autobiografie My Life (Alfred A. Knopf, New York), over zijn leven tot en met zijn presidentschap. Nog in hetzelfde jaar verscheen de Nederlandse vertaling onder de titel Mijn leven (Uitgeverij Balans, Amsterdam).

Onderscheidingen

2005: Four Freedoms Award Freedom Medal

Zie ook

Bibliografische informatie Mediabestanden Wikiquote · · Sjabloon bewerken Presidenten van de Verenigde Staten

Washington · J. Adams · Jefferson · Madison · Monroe · J.Q. Adams · Jackson · Van Buren · W.H. Harrison · Tyler · Polk · Taylor · Fillmore · Pierce · Buchanan · Lincoln · A. Johnson · Grant · Hayes · Garfield · Arthur · Cleveland · B. Harrison · Cleveland · McKinley · T. Roosevelt · Taft · Wilson · Harding · Coolidge · Hoover · F.D. Roosevelt · Truman · Eisenhower · Kennedy · L.B. Johnson · Nixon · Ford · Carter · Reagan · G.H.W. Bush · Clinton · G.W. Bush · Obama · Trump · Biden