In de wereld van vandaag is Biologische bestrijding een onderwerp dat op verschillende gebieden tot grote belangstelling en discussie heeft geleid. De relevantie en impact ervan zijn onmiskenbaar, en de invloed ervan strekt zich uit tot een breed scala aan aspecten van het dagelijks leven. Naarmate de tijd vordert, blijft Biologische bestrijding het voorwerp van analyse, reflectie en studie, omdat het belang ervan niet beperkt is tot een enkel gebied, maar grenzen overschrijdt en mensen van verschillende culturen, leeftijden en sociale omstandigheden beïnvloedt. In dit artikel zullen we dit onderwerp diepgaand onderzoeken, waarbij we de verschillende perspectieven en gevolgen ervan analyseren, om de reikwijdte en betekenis ervan in de huidige samenleving beter te begrijpen.
Biologische bestrijding is de bestrijding van schadelijke organismen in de land- en tuinbouw door gebruik te maken van een natuurlijke vijand van het schadelijke organisme. Het gebruik van biologische bestrijding beperkt de behoefte van gewasbeschermingsmiddelen[1][2]. Biologische bestrijding moet niet verward worden met biologische bestrijdingsmiddelen, bestrijdingsmiddelen van biologische of natuurlijke oorsprong. In Nederland wordt het uitzetten van biologische bestrijders beperkt door de Flora- en Faunawet[3].
Biologische bestrijders nemen toe in populariteit, zeker binnen de maatschappij, omdat er geen residuen achterblijven in het gewas, bodem of oppervlakte water. Daarnaast kan er geen resistentie ontstaan. Echter is het gebruik van biologische bestrijders niet geheel zonder risico's. Ook biologische bestrijders kunnen gevaarlijk zijn als ze in de vrije natuur terecht komen doordat ze andere dieren en gewassen beschadigen of verdringen[1]. Zo ging het in Europa, inclusief Nederland en België, fout met het Aziatische lieveheersbeestje. Deze bleken uitstekend in ons klimaat te gedijen waardoor zo nu overal voorkomen. In Amerika heeft dit lieveheersbeestje inheemse soorten naar de achtergrond doen verdwijnen.Ook in Nederland is het nu een van de meest algemene lieveheersbeestjessoorten. Het is nog onduidelijk wat hiervan het effect op ons flora en fauna gaat zijn[3].
Als men een nieuwe bestrijder wil gebruiken, wordt er tegenwoordig niet alleen gekeken naar de effectiviteit maar ook naar het vestigingsgedrag van de soort[4]. Bij biologische bestrijding gaat tegenwoordig de voorkeur uit naar diersoorten die in Nederlandse omstandigheden niet kunnen overwinteren, zich hier niet kunnen vermenigvuldigen of die zich niet op eigen kracht kunnen verspreiden[3].
Een ander risico is dat de biologische bestrijders kunnen wegtrekken, dit speelt met name de insecten zoals sluipwespen. Daarom worden ze vooral in kassen toegepast.
Men onderscheidt grofweg parasieten (eigenlijk parasitoïden) en roofdieren.
Voorbeelden van natuurlijke vijanden