In het artikel van Bob Martin zullen we een onderwerp onderzoeken dat interesse en debat heeft gegenereerd in verschillende domeinen van de samenleving. In de loop van de tijd is Bob Martin een figuur/thema/datum van relevantie en belang gebleken, met meerdere facetten en aspecten die het verdienen om diepgaand te worden onderzocht. Van de impact ervan op de populaire cultuur tot de implicaties ervan op sociaal gebied, Bob Martin is het onderwerp geweest van analyse en reflectie door zowel experts als fans. Tijdens dit artikel zullen we verschillende aspecten met betrekking tot Bob Martin nauwkeurig onderzoeken, met als doel een alomvattend en verrijkend perspectief op dit onderwerp te bieden.
Bob Martin, (Krasnojarsk, Siberië, 7 juni 1922 - Wenen, 13 januari 1998) was een Oostenrijks zanger.
Van 1951 tot aan zijn pensionering in 1981 werkte Bob Martin als zanger in het koor van de Weense Staatsopera. Tevens was hij actief in andere genres: onder andere steunde hij de jazz-combo's "De Monte Carlos" en "De blauwe jongens". In 1957 speelde hij samen met Grethe Weiser in de remake van de klassieke film Toch een keer een grote lady uit het jaar 1934. Als zanger heeft hij deelgenomen aan vele opnames van opera's waarvan sommige nog steeds beschikbaar zijn in nieuwe edities.
In 1957 werd Bob Martin intern geselecteerd door de Oostenrijkse omroep ORF, zijnde de eerste vertegenwoordiger van Oostenrijk op het Eurovisiesongfestival in Frankfurt. Het lied dat Martin ten gehore bracht werd geschreven door Kurt Svab en Hans Werner en kreeg de titel Wohin, kleines Pony?. Veel succes had de eerste Oostenrijkse deelname echter niet; met slechts drie punten, een van Nederland en twee van het Verenigd Koninkrijk, eindigde hij op de tiende en laatste plaats.