In de wereld van vandaag is Bokbier een onderwerp dat grote belangstelling en debat in de samenleving genereert. Vanaf het begin tot nu is Bokbier een referentie- en discussiepunt geweest op verschillende gebieden, van politiek tot cultuur. De impact ervan is zo groot geweest dat het een onuitwisbare stempel op de geschiedenis heeft gedrukt, en de relevantie ervan blijft tot op de dag van vandaag bestaan. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Bokbier onderzoeken, van de meest controversiële aspecten tot de positieve bijdragen ervan. We zullen de invloed ervan op verschillende gebieden analyseren en hoe deze de wereld waarin we leven heeft gevormd. Zonder twijfel blijft Bokbier een onderwerp van groot belang en de studie ervan is essentieel om de huidige samenleving te begrijpen.
Bokbier | ||||
---|---|---|---|---|
Oorsprong | Einbeck, Nedersaksen | |||
Gisting | lage gisting | |||
Alcoholpercentage | 6 tot 8% | |||
Graan | gerst, soms tarwe | |||
Smaak | karamelachtig | |||
|
Bokbier[1] of bockbier (naar het Duits: Bockbier) is een sterk seizoensbier. Oorspronkelijk zijn bokbieren ondergistend, maar er zijn in Nederland meer en meer bovengistende bokbieren op de markt gekomen. Een donkere variant wordt tussen oktober en februari verkocht (met een verkooppiek rond oktober en november) en wordt herfstbok genoemd. Vanaf de vastentijd tot mei wordt ook bokbier verkocht dat meestal blond of amberkleurig is en lentebok of meibok wordt genoemd.
Bokbier is van oorsprong een Duitse biersoort. Andere landen waar bokbier wordt gebrouwen, zijn Nederland, Noorwegen, Oostenrijk en Tsjechië. Het Nederlandse bokbier heeft zich vanaf de jaren 80 van de twintigste eeuw tot een afzonderlijke stijl ontwikkeld met zo z'n eigen tradities en als opvallendste kenmerk dat bokbieren zowel onder- als bovengistend kunnen zijn. Ook in België worden bokbieren in Nederlandse stijl gebrouwen, maar die zijn uitsluitend bestemd voor de Nederlandse markt. België zelf kent geen bokbiertraditie.
Het verhaal gaat dat de naam aan het begin van de 17e eeuw in Beieren ontstaan is en een verbastering zou zijn van Einbecker Bier. Einbeck was in de middeleeuwen een beroemde bierstad in Nedersaksen. Het bier werd tot ver buiten de stadsgrenzen geëxporteerd. Het werd onder meer geleverd aan de Hertogen van Beieren, die het buitengewoon lekker vonden, maar ook veel te duur vanwege de hoge accijnzen. Hertog Willem V besloot een eigen brouwerij op te richten om het Einbecker bier na te laten maken.
In 1591 werd daarmee begonnen in het Münchener Hofbräuhaus. Maar hoe goed de Beierse brouwers ook hun best deden, hun bier haalde het niet bij het Einbecker bier. Rond 1612 werd een brouwer, Elias Pilcher, uit Einbeck naar Beieren gehaald om het Einbecker bier te brouwen. Hij slaagde erin een bier "nach Einbecker Art" te brouwen.
"Einbecker Bier" werd op z'n Beiers als "Ainpöckisch Bier" uitgesproken, verkort "Ainpöck" en ten slotte vroeg men in het gewone spraakgebruik om "Ein Bock". Met een bok heeft de naam dus niets te maken, maar op etiketten wordt wel vaak een bok afgebeeld.
Er zijn nog meer verhalen over de oorsprong en naamgeving van het bokbier, waarin wel een verband met de bok wordt gelegd. Het zou te maken kunnen hebben met de Germaanse god Donar (soms afgebeeld als half mens, half bok) die op een bokkenwagen langs de hemel rijdt, en tegelijkertijd de vruchtbaarheid symboliseert. De nieuwe gerst- of tarweoogst werd gevierd met het zojuist bereide nieuwe bier: bokbier dus. De tarwe of gerst wordt eind van de zomer geoogst en kon na bewerking (mouten) worden gebruikt om de eerste brouw van dat seizoen te brouwen. Ondertussen is het dan herfst en dus de 'herfst'-bok.
Het eerste op grote schaal gebrouwen bokbier was dat van de Koninklijke Nederlandsche Beiersch Bierbrouwerij in Amsterdam, die het in maart 1868 introduceerde. Oorspronkelijk was het, in navolging van Duitsland, een voorjaarsbier maar de introductiedatum van het bokbier schoof door de jaren heen op naar het najaar; in de jaren dertig werd het bokbier de tweede donderdag van december uitgebracht en later werd dit vervroegd naar oktober.[2] Bokbier bleef in het assortiment van de grote Nederlandse brouwerijen, maar mede door de inspanningen van de vereniging PINT en hun jaarlijkse bokbierfestival (sinds 1978) werd het bokbier in de jaren tachtig en negentig weer echt populair in Nederland. In 1982 brouwde de Arcense Bierbrouwerij het eerste bovengistende bokbier. Tegenwoordig zijn er meer dan 50 bokbieren op de markt.
Oorspronkelijk was bokbier een bier van lage gisting van rond de 6,5% alcohol, robijnrood van kleur en met een moutige en wat karamelachtige smaak. De bierverordening stelde als enige eis dat bokbier een stamwortgehalte van minimaal 15,5° Plato heeft.[3] Tegenwoordig wordt daar (in Nederland) niet meer streng op gelet en is feitelijk alles mogelijk. Er zijn tegenwoordig zwaardere bokbieren (meer dan 6,5% alcohol) en met verschillende grondstoffen, zoals tarwe.