In de meetkunde is een bolkap een deel van een bol (lichaam) dat van de bol wordt afgesneden door een vlak.
De oppervlakte van het bolle gedeelte van een bolkap wordt gegeven door
A = 2 π r h = 2 π ( 1 − cos α ) r 2 {\displaystyle A=2\pi rh=2\pi (1-\cos \alpha )r^{2}}Het volume is
V = π h 6 ( 3 a 2 + h 2 ) {\displaystyle V={\frac {\pi h}{6}}(3a^{2}+h^{2})} ,met a {\displaystyle a} de straal van de bolkap, r {\displaystyle r} de straal van de bol, h {\displaystyle h} de hoogte van de bolkap en α {\displaystyle \alpha } de halve openingshoek van de bolkap.
Een pileolus en een keppel hebben min of meer de vorm van een bolkap.