In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Challenge Desgrange-Colombo 1955 verkennen, een onderwerp dat in de loop der tijd de nieuwsgierigheid en interesse van talloze mensen heeft gewekt. Van de impact ervan op de moderne samenleving tot de relevantie ervan in de geschiedenis, Challenge Desgrange-Colombo 1955 heeft een fundamentele rol gespeeld in verschillende aspecten van ons leven. Door middel van een uitgebreide analyse zullen we ons verdiepen in de nuances en dimensies van Challenge Desgrange-Colombo 1955, waarbij we het belang en de invloed ervan op verschillende gebieden blootleggen. Op dezelfde manier zullen we de verschillende perspectieven onderzoeken die rond Challenge Desgrange-Colombo 1955 bestaan, waardoor een breder en vollediger begrip van dit zeer relevante onderwerp mogelijk wordt.
De Challenge Desgrange-Colombo 1955 was de achtste editie van dit regelmatigheidsklassement. Er waren elf koersen die meetelden voor de Challenge Desgrange-Colombo: vier in België, drie in Frankrijk en Italië en één in Zwitserland. Renners moesten in elk van de organiserende landen (Frankrijk, Italië en België) aan minimaal één wedstrijd hebben meegedaan om in aanmerking te komen voor het eindklassement. Deelname aan de Ronde van Zwitserland was hiervoor niet verplicht.
Eindwinnaar was Stan Ockers, die zowel de Waalse Pijl als Luik-Bastenaken-Luik had gewonnen. Daarmee was hij de tweede Belg die het eindklassement op zijn naam schreef, na Briek Schotte in 1948. Tourwinnaar Louison Bobet, die eveneens de Ronde van Vlaanderen op zijn naam schreef, werd tweede in het eindklassement. De derde plaats was weggelegd voor Jean Brankart, de nummer twee van de Ronde van Frankrijk. Het landenklassement werd voor de tweede maal op rij gewonnen door België. Opvallend was het lage aantal buitenlandse winnaars (slechts in twee koersen kwam de winnaar niet uit het land waar de koers verreden werd - het laagste aantal in de Challenge Desgrange-Colombo tot dan toe) en de magere prestaties van de Italianen (Pasquale Fornara was de enige Italiaan die de top-tien van het eindklassement wist te halen).[1]
Datum | Koers | Winnaar |
---|---|---|
19 maart | ![]() |
![]() |
30 maart | ![]() |
![]() |
8 april | ![]() |
![]() |
10 april | ![]() |
![]() |
24 april | ![]() |
![]() |
1 mei | ![]() |
![]() |
14 mei–5 juni | ![]() |
![]() |
11 juni–18 juni | ![]() |
![]() |
3 juli–30 juli | ![]() |
![]() |
9 oktober | ![]() |
![]() |
23 oktober | ![]() |
![]() |
Wedstrijd | 1e | 2e | 3e | 4e | 5e | 6e | 7e | 8e | 9e | 10e | 11e | 12e | 13e | 14e | 15e |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rondes van Italië en Frankrijk | 40 | 34 | 30 | 26 | 22 | 20 | 18 | 16 | 14 | 12 | 10 | 8 | 6 | 4 | 2 |
Overige wedstrijden | 20 | 17 | 15 | 13 | 11 | 10 | 9 | 8 | 7 | 6 | 5 | 4 | 3 | 2 | 1 |
Plek | Renner | Punten |
---|---|---|
1 | ![]() |
91 |
2 | ![]() |
80 |
3 | ![]() |
78 |
4 | ![]() |
58 |
5 | ![]() |
53 |
6 | ![]() |
41 |
7 | ![]() |
38 |
![]() |
38 | |
9 | ![]() |
36 |
10 | ![]() |
34 |
Voor het landenklassement telden de punten van de beste vijf renners per koers mee.
Plek | Land | Punten |
---|---|---|
1 | ![]() |
445 |
2 | ![]() |
387 |
3 | ![]() |
359 |
4 | ![]() |
103 |
5 | ![]() |
39 |
6 | ![]() |
32 |
7 | ![]() |
20 |