In dit artikel gaan we Charles Nepveu vanuit verschillende perspectieven analyseren, waarbij we ons verdiepen in de meest relevante aspecten ervan en nieuwe ideeën aandragen om het beter te begrijpen. Charles Nepveu is tegenwoordig een onderwerp van groot belang, omdat het een aanzienlijke impact heeft op verschillende gebieden van de samenleving. Met dit artikel willen we het belang ervan in verschillende contexten verkennen en onderzoeken hoe het zich in de loop van de tijd heeft ontwikkeld. Daarnaast zullen we ons concentreren op specifieke aspecten die mogelijk nog niet volledig zijn onderzocht, met als doel een completer en verrijkend beeld van Charles Nepveu te bieden. Op dezelfde manier zullen we verschillende meningen en benaderingen presenteren die ons in staat zullen stellen de complexiteit en de invloed ervan in de wereld van vandaag te begrijpen.
Charles Nepveu | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Charles Nepveu
| ||||
Geboren | 5 oktober 1791 Zeist | |||
Overleden | 6 oktober 1871 Amersfoort | |||
Land | ![]() | |||
Beroep | Militair | |||
Minister van Oorlog | ||||
Aangetreden | 25 maart 1848 | |||
Einde termijn | 22 mei 1848 | |||
Monarch | Willem II der Nederlanden | |||
Voorganger | Frederik Carel List | |||
Opvolger | Jan Hendrik Voet | |||
|
Charles baron Nepveu (Zeist, 5 oktober 1791 – Amersfoort, 6 oktober 1871) was een Nederlands officier en vertrouweling van de koningen Willem I en Willem II.
Na als page aan het hof van de koning van Holland, Lodewijk Napoleon te hebben gediend, startte Charles Nepveu, lid van de familie Nepveu, een militaire carrière. Hij nam deel aan Napoleons Russische Veldtocht, waarvan hij in 1814 terugkeerde. Later nam hij dienst in het pas opgerichte leger van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, in 1815 streed hij als kapitein-adjudant van generaal Jean Victor de Constant Rebecque in de Slag bij Waterloo. Hierna volgden verschillende functies bij de Generale Staf. Ook werd hij benoemd tot adjudant van koning Willem II, voor wie hij diverse buitenlandse lobby-reizen ondernam.
Hij werd in 1848 in het tijdelijke kabinet-Schimmelpenninck minister van Oorlog. Hij koos als enige uiteindelijk de zijde van Schimmelpenninck bij de discussies over de Grondwetsherziening en trad samen met de premier af. Als lid van de Dubbele Kamer was hij tegenstander van de liberale Grondwetsherziening.
In 1849 werd hij door koning Willem III als baron in de adelstand verheven. Dat was tegen de zin van de ministers, bij wie Nepveu als anti-liberaal niet populair was. Nepveu bleef een grote rol spelen binnen de Nederlandse krijgsmacht. Zijn laatste militaire functie bekleedde hij als voorzitter van de Speciale Commissie van Inspectie over het Militair Onderwijs. Uiteindelijk werd hij in 1867, na opstanden op de Koninklijke Militaire Academie, waarvoor hij als voorzitter van die commissie verantwoordelijk werd geacht, met pensioen gestuurd. Wel werd hij in december 1867 nog benoemd tot minister van Staat.
Van 1835 tot 1871 bewoonde Nepveu het landgoed Berg en Dal bij Amersfoort. Met zijn zoon, Jean Laurent (1819-1903) sterft het geslacht Nepveu uit.