Tegenwoordig is Creatieve sector een onderwerp dat de aandacht heeft getrokken van een groot aantal mensen over de hele wereld. Met de vooruitgang van technologie en sociale netwerken is de belangstelling voor Creatieve sector toegenomen en is het een terugkerend gespreksonderwerp geworden in de huidige samenleving. Of het nu vanwege de impact ervan op het dagelijks leven, de historische relevantie of de betekenis ervan op verschillende gebieden is, Creatieve sector is een alomtegenwoordig element in ons leven geworden. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Creatieve sector en de invloed ervan op de wereld van vandaag onderzoeken.
De creatieve industrie is een verzamelnaam voor de beroepen en bedrijfstypen gericht op de exploitatie van kunstzinnigheid en intellectueel eigendom. Voorbeelden hiervan zijn sectoren als beeldende kunst, ambachten, muziek, reclame, vormgeving en softwareontwikkeling.
De creatieve industrie is als economische sector ontstaan tussen de traditionele sectoren van de economie (landbouw, industrie en dienstverlening) en de cultuursector. De laatste tijd is deze sector flink gegroeid en staat qua omvang tegenwoordig op gelijke voet met sectoren als de bouw, het onderwijs en de gezondheidszorg.
In het spoor van de Amerikaanse "guru" Richard Florida, die met zijn boek "Rise of the creative class" (2002) wereldwijd aandacht kreeg voor het belang van de creatieve klasse voor stedelijke ontwikkeling, richten vele steden zich nu op het aantrekken van de creatieve industrie. De creatieve industrie is in Nederland traditiegetrouw het sterkst vertegenwoordigd in de cultuurmetropool Amsterdam, maar andere steden (zoals Eindhoven, Utrecht, Arnhem, Nijmegen, Tilburg en Rotterdam) beginnen zich eveneens steeds verder te ontwikkelen op het gebied van de creatieve industrie.
Een populair speerpunt bij het aantrekken van de creatieve industrie is het realiseren van broedplaatsen. Plekken met weinig of geen regels waar creatieve bedrijven zich vestigen en kunnen floreren. De aanwezigheid van soortgelijke of aanvullende bedrijven in de omgeving zorgt voor een aantrekkelijke subcultuur waar de creatieve klasse zich thuis voelen. Traditiegetrouw zijn veel broedplaatsen gehuisvest in oude goedkope (sloop)panden.
Nederlandse gemeenten bootsen steeds meer de sfeer van broedplaatsen na in creatieve-bedrijfsverzamelgebouwen, zoals het Westergasfabriekterrein (2000) in Amsterdam, de Puddingfabriek (2003) in Groningen, de Schiecentrale en 25 kV in Rotterdam, Havenkwartier (2013) in Deventer, CiBoGa-terrein en Suiker Unie-terrein. Een broedplaats (ook wel 'creatief cluster') op het platteland in Zeeland is gevestigd in de boerderij Land & Zeezicht (2010).
De volgende samenstellingen/onderverdeling worden gehanteerd.
Verder kunnen tot creatieve industrie ook worden gerekend: softwareontwikkelaars, ambachten als schrijven en uitgeven, architectuur en podiumkunsten.
Vanwege de verschillende opvattingen over de samenstelling en onderverdeling van de creatieve industrie, maar ook vanwege het ongrijpbare karakter van het begrip ‘creativiteit’ zelf, is er ook regelmatig kritiek op de creatieve industrie. Critici van creatieve industriebeleid gebruiken onder meer de volgende argumenten: