In de wereld van vandaag is Cypripedium een onderwerp dat de aandacht trekt van miljoenen mensen over de hele wereld. Sinds zijn opkomst is Cypripedium het onderwerp geweest van debat, controverse en studie, waardoor er op verschillende gebieden voortdurend belangstelling is ontstaan. Of het nu vanwege de relevantie ervan in de samenleving, de impact ervan op de economie of de invloed ervan op de populaire cultuur is, Cypripedium is een onderwerp van groot belang en betekenis geworden. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Cypripedium diepgaand onderzoeken, de evolutie ervan in de loop van de tijd analyseren en de impact ervan op verschillende aspecten van het dagelijks leven onderzoeken.
Cypripedium | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||||||
Vrouwenschoentje (Cypripedium calceolus) | |||||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||||||
Cypripedium L. (1753) | |||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||||||
Cypripedium op ![]() | |||||||||||||||||||||
|
Cypripedium[1] is een geslacht van terrestrische orchideeën.
De soorten komen voornamelijk voor in subtropische en gematigde klimaatzones van het noordelijk halfrond. Van alle orchideeën kunnen ze het best kou verdragen.
Veel soorten worden met uitsterven bedreigd.
Een soort, het vrouwenschoentje (Cypripedium calceolus), komt van nature voor in Europa.
Synoniemen: Calceolus Mill. (1754) , Calceolaria Heist. ex Fabr. (1763) , Schizopedium Salisb. (1814) , Criogenes Salisb. (1814) , Criosanthes Raf. (1818) , Arietinum L.C.Beck (1833) , Sacodon Raf. (1838) , Hypodema Rchb. (1841) , Ciripedium Zumagl. (1859) , Cypripedilon St.-Lag. (1889) , Fissipes Small (1903)
Cypripedium-soorten zijn kruidachtige, vaste planten met een dik, vlezig rizoom meestal voorzien van een velamen, die jaarlijks met een nieuwe knop uitloopt. De bloemstengel ontspringt aan de knoop aan de top van het rizoom.
De meeste soorten hebben een lange, rechtopstaande stengel met bladeren over de hele lengte ingeplant. De bladeren zijn meestal behaard, lancetvormig tot ovaal, duidelijk generfd en in de lengte gevouwen.
De bloeiwijze is een losse tros, met één tot drie (bij een enkele soort twaalf) bloemen. De bloemen zijn geresupineerd, zodat de lip onderaan staat. De sepalen of kelkbladen en petalen of kroonbladen zijn drietallig, maar meestal zijn de twee zijdelingse sepalen naar beneden gebogen en met elkaar vergroeid. Met uitzondering van de lip zijn alle bloembladen gelijk van vorm en kleur.
De lip heeft meestal een andere, meer opvallende kleur en is opgeblazen tot een buidelvormige structuur. De vorm en kleur zijn zeer gevarieerd en zijn er op gericht specifieke bestuivers aan te trekken.
De bloem bevat een gynostemium met twee fertiele meeldraden en een schildvormig staminodium. De pollenkorrels zijn tot een massa verkleefd of tot pollinia omgevormd. De stijl is kort en dik, de stempel groot en bolvormig, met drie stempellobben waarvan de middelste de grootste is.
De buidelvormige lip dient als insectenval; vliegende insecten worden gelokt door geurstoffen en de belofte van nectar in de felgekleurde bloem. Zij kunnen slechts naar buiten door een smalle opening achter het schildvormig staminodium, waar zij de stamper en de meeldraden passeren, waar ze het stuifmeel op hun lichaam krijgen. Bij een volgende bloem komt het stuifmeel dan op de stamper terecht.
Cypripedium-soorten zijn terrestrische planten die in een verscheidenheid van biotopen voorkomen, van bossen tot de toendra. Ze kunnen extreme kou verdragen, ontwikkelen zich onder de sneeuw en bloeien zodra de dooi intreed.
Cypripedium heeft een circumboreale verspreiding, voornamelijk in Noord-Amerika (met inbegrip van Alaska), Europa en Azië (met inbegrip van Siberië).
De meeste soorten staan op de rand van uitsterven, ten gevolge van het verdwijnen van hun natuurlijke habitat en de verzamelwoede van orchideeënliefhebbers.
Cypripedium wordt tot de tribus Cypripedieae gerekend. Het is de enige vertegenwoordiger van deze tribus in Europa.
Zowel de morfologische kenmerken als de DNA-analyse van de verschillende soorten tonen aan dat binnen dit geslacht twee groepen te onderscheiden zijn: Euraziatische soorten met gele of rode bloemen en Noord-Amerikaanse soorten met gele bloemen. Dit zou te verklaren zijn door langdurige periodes van isolatie, of door het verdwijnen van intermediare vormen. Noord-Amerikaanse soorten als Cypripedium irapeanum en Cypripedium californicum tonen overeenkomstige kenmerken met zustergeslacht Selenipedium.
In Europa komt het vrouwenschoentje (Cypripedium calceolus) verspreid maar zeldzaam voor, en verder twee soorten die ook in het Europese deel van Rusland voorkomen, Cypripedium guttatum en Cypripedium macranthos (ook in het Natuurpark Nalytsjevo in Kamtsjatka).