De aardmannetjes

Uiterlijk naar zijbalk verplaatsen verbergen

De aardmannetjes is een sprookje uit Friesland.

Het verhaal

In oeroude tijden lopen Sjoerd de Bult en zijn vrouw van de veldarbeid naar huis en ontmoeten aardmannetjes die hen willen aanvallen. Maar ze zijn bang voor de mestgreep, een vork met drie tanden, en zien ervan af. De aardmannetjes willen een reidans maken met Sjoerd en beloven zijn tempo aan te houden, ze zweren dat op het heilig kruis. Zijn vrouw gaat weg met de mestgreep en Sjoerd danst mee in een enorm tempo, waarbij de aardmannetjes de dagen maandag, dinsdag en woensdag zingen. Sjoerd vult de dagen donderdag, vrijdag en zaterdag. De aardmannetjes vragen Sjoerd of hij rijk wil worden of mooi. Sjoerd wil zijn bochel niet langer en ze werpen hem als een kaatsbal in de lucht. Als hij weer op aarde komt, is zijn bochel weg en hij rent naar huis. Zijn vrouw is verbaasd en de dorpelingen ook.

Een schele, roodharige snijder (Semme Stamelaar, omdat hij stottert) heeft een kwaadaardige natuur en is gierig. Hij hoort het verhaal van Sjoerd en gaat naar het korenveld. Hij wil het liedje van de aardmannetjes wel aanvullen, maar stottert als hij zondag zegt. De aardmannetjes geven hem ook de keus en Semme kiest wat Sjoerd niet wilde. Als hij weer op aarde komt, heeft hij een bult. De dorpelingen lachen hem uit en Semme gaat kwaad achterstallige huur innen, maar Sjoerd blijkt sterker dan hij te zijn. Sjoerd gaat met de mestgreep en een graanzak naar het korenveld en danst met de aardmannetjes. De aardmannetjes zijn door Sjoerd bevrijd, ze moesten iedere avond in het maanlicht dansen totdat iemand het liedje aanvulde. Ze mogen wegzinken in de diepte en vullen de graanzak met kleine zakjes goud. Sjoerd gaat met zijn vracht naar huis en vindt aardkluiten, steentjes en dorre bladeren. Sjoerd neemt wijwater en hiermee verandert alles weer in goud en edelstenen.

Achtergronden

Er zijn veel verhalen over de dansen van mythologische wezens. Hier redt een man zijn vriend uit een feeƫnring, British Goblins: Welsh Folk-lore, Fairy Mythology, Legends and Traditions, 1860