Vandaag gaan we het hebben over Deixis, een onderwerp dat belangstelling en debat heeft gegenereerd in de hedendaagse samenleving. Deixis is een onderwerp dat onderwerp is van studie en analyse op verschillende gebieden, van psychologie tot politiek, inclusief populaire cultuur en technologie. Dit artikel probeert een alomvattende en bijgewerkte visie op Deixis te bieden, waarbij de verschillende facetten ervan en de impact ervan op het dagelijks leven worden behandeld. Langs deze lijnen zullen we de meest relevante aspecten van Deixis verkennen, de gevolgen ervan en mogelijke oplossingen onderzoeken. Zonder twijfel is Deixis een onderwerp dat niemand onverschillig laat, en het is cruciaal om het diepgaand te begrijpen om de wereld waarin we leven beter te begrijpen.
Deixis is het verschijnsel dat sommige taaluitdrukkingen voor hun interpretatie afhankelijk kunnen zijn van de gebruikssituatie; elementen in een uitspraak of tekst die verwijzen naar de uitingssituatie. Met uitgangssituatie wordt in zeer brede zin de "positie van de spreker in ruimte en tijd" bedoeld. Voorbeelden: "hier" en "daar"; "ik" en "jij", "gisteren" en "morgen" zijn deiktisch. De uitingssituatie, waar men via deiktische elementen naar verwijst, mag niet worden verward met plaats- en tijdselementen die louter binnen de tekst functioneel zijn.
Deixis vormt een onderwerp van studie in de tekstlinguïstiek en de gedragsanalyse.
In de zin
is "vorig jaar rond die tijd" een voorbeeld van een deiktisch element, maar "drie maanden later" niet (dat is een coreferentiële uitdrukking).
Dit is de verwijzing naar de (aanwezige of afwezige) personen, in het gesprek vaak door middel van ik, je/jij, wij, jullie, u, hij, enzovoort. Specifieke vormen van persoonsdeixis gebeuren in de meeste talen volgens een welbepaalde, min of meer vaste, norm, bijvoorbeeld als men zich voorstelt aan de telefoon: (U spreekt) met Saskia Dhaenens.
Dit geschiedt aan de hand van temporele bijwoorden als gisteren, vandaag, morgen, nu, dan, weldra, onlangs, tot voor kort, de namen van de weekdagen, maanden, enzovoort. Ook de tijden van het werkwoord zorgen voor een deiktische verankering van wat men zegt in de uitingssituatie.
Ook voor ruimtedeixis staan de taalgebruiker vooral bijwoorden ter beschikking, onder andere hier, daar, hiervandaan, op die plaats, enzovoort. Men spreekt in dit verband ook wel van substitutie of lexicale cohesie. In veel talen zijn bepaalde vormen van ruimtedeixis gelexicaliseerd naargelang men naar iets verwijst dat zich bevindt in de onmiddellijke omgeving van de spreker, in de onmiddellijke omgeving van de toehoorder of iets dat zowel van de spreker als van de toehoorder verwijderd is.
Men spreekt van tekstdeixis als men naar delen van de tekst zelf verwijst, bijvoorbeeld door middel van verwijzingen naar vorige hoofdstukken.
In de Relational Frame Theory (RFT), een psychologische theorie over de rol van taal in cognitie en gedrag, verwijst een zogenaamd deiktisch frame naar een specifiek psychologisch proces waarin een persoon zijn perspectief leert ervaren ten opzichte van anderen, bijvoorbeeld in persoon (ik-jij), in de tijd (toen-nu) en de ruimte (hier-daar). Het gedrag 'deiktisch framen' wordt als essentiële vaardigheid beschouwd om te komen tot bijvoorbeeld empathie (het jezelf in gedachten kunnen verplaatsen in anderen). Deiktisch framen wordt daarom in relatie gebracht met theory of mind (ToM)[1].