In de wereld van vandaag is Demokratischer Frauenbund Deutschlands een onderwerp van groot belang en relevantie geworden. Of het nu gaat om de impact ervan op de samenleving, de invloed ervan op de populaire cultuur of het belang ervan in de academische wereld, Demokratischer Frauenbund Deutschlands is een onderwerp dat de aandacht trekt van een grote verscheidenheid aan doelgroepen. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Demokratischer Frauenbund Deutschlands onderzoeken, waarbij we het belang, de geschiedenis en de relevantie ervan in de wereld van vandaag analyseren. Vanaf zijn oorsprong tot zijn evolutie in het heden heeft Demokratischer Frauenbund Deutschlands een onuitwisbare stempel op ons leven gedrukt en verdient het om in al zijn complexiteit bestudeerd en begrepen te worden. Door middel van gedetailleerde analyse hopen we licht te werpen op dit onderwerp en onze lezers een breder en dieper inzicht te geven in Demokratischer Frauenbund Deutschlands.
Demokratischer Frauenbund Deutschlands (DFD, Democratische Vrouwenbond van Duitsland), was een vrouwenbeweging en massaorganisatie in de Duitse Democratische Republiek (DDR). De DFD werd in 1947 opgericht op het Deutscher Frauenkongress für den Frieden.
Bij de oprichting op 8 maart 1947[1] bestond het bestuur (Vorstand) uit:
De DFD was oorspronkelijk opgericht voor heel Duitsland. De afdelingen in de Bondsrepubliek Duitsland vormden zich in 1950 om tot een aparte organisatie, die pleitte voor vrede en ontwapening. Deze werd als marionet van de DDR beschouwd en werd in 1957 door de Bondsrepubliek verboden als staatsgevaarlijk en strijdig met de Grondwet van de Bondsrepubliek.[2]
In het begin was er sprake van een eerlijke verdeling van de macht tussen de communisten in de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED) en de andere antifascistische partijen, doch na de oprichting van de DDR in oktober 1949, werd de invloed van de SED overheersend. De DFD bleef formeel een antifascistische, democratische, boven de partijen staande en niet naar religie georganiseerde vrouwenbeweging.
Na het eerste vrouwencongres van de DDR in 1964 werd de positie van de DFD sterker en richtte zij zich vooral op het stimuleren van vrouwen om buitenshuis te gaan werken. Dit doel werd grotendeels bereikt, het percentage buitenshuis werkende vrouwen lag in de jaren zeventig en de jaren tachtig zeer hoog. In 1985 had de organisatie 1,5 miljoen leden. De DFD en was als massaorganisatie vertegenwoordigd in de Volkskammer, het vrijwel machteloze parlement van de DDR. Zoals alle massaorganisaties en politieke partijen in de Volkskammer was de DFD aangesloten het Nationaal Front.
Vanaf de oprichting in 1947 tot het einde van de DDR in 1990 was de DFD in de Volkskammer vertegenwoordigd, met een fractie van uitsluitend vrouwen. Bij de eerste verkiezingen, in 1950 kreeg de DFD 20 van de 400 zetels (5%); in 1954 en 1958 waren dat er 29 (7,25%).
Na 1958 werden de verkiezingen om de vijf jaar gehouden en in Volkskammerverkiezingen 1963 ging de Volkskammer naar 500 leden. Van 1963 tot 1986 kreeg de DFD 35 zetels (7%), van 1986 tot 1990 waren dat er 32 (6,4%). Op drie na waren alle DFD'sters bij de communistische SED aangesloten.
Na de val van de Berlijnse Muur in november 1989 ontdeed de DFD zich van haar communistische imago. Bij de Volkskammer-verkiezingen van maart 1990 behaalde de DFD 0,33% van de stemmen, goed voor één zetel. Karin Bencze vormde met de negen afgevaardigden van de Demokratische Bauernpartei Deutschlands een fractie, maar deze verbrokkelde bij het uiteenvallen van de DDR en de hereniging van Duitsland, waarna Bencze onderdak vond bij de FDP. Ook als massaorganisatie viel de DFD uiteen.[1]
Jaar | Fractieleden | Naar partij |
---|---|---|
1950 | 20 | - |
1954 | 29 | - |
1958 | 29 | - |
1963 | 35 | 32 SED, 1 partijloos, 1 LDPD[3], 1 CDUD[4] |
1967 | 35 | 32 SED, 1 partijloos, 1 LDPD, 1 CDUD |
1971 | 35 | 32 SED, 1 partijloos, 1 LDPD, 1 CDUD |
1976 | 35 | 32 SED, 1 partijloos, 1 LDPD, 1 CDUD |
1981 | 35 | 323 SED, 1 partijloos, 1 LDPD, 1 CDUD |
1986 | 32 | - |
Naam | Partij | Periode |
---|---|---|
Anne-Marie Durand-Wever | partijloos | 1947-1948 |
Emmy Damerius-Koenen | SED | 1948-1949 |
Elly Schmidt | SED | 1949-1953 |
Ilse Thiele | SED | 1953-1989 |