In de wereld van vandaag is Diksmuide een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een grote verscheidenheid aan mensen. Van de impact ervan op de samenleving tot de invloed ervan op de economie, Diksmuide heeft talloze debatten opgeleverd en een groeiende belangstelling voor de studie en het begrip ervan gegenereerd. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Diksmuide, waarbij we het belang, de implicaties en de evolutie ervan in de loop van de tijd analyseren. Wat is de rol van Diksmuide vandaag? Wat is de impact ervan geweest op verschillende terreinen van het leven? Deze en andere vragen zullen worden beantwoord om een compleet en gedetailleerd beeld te geven van dit onderwerp dat vandaag de dag zo relevant is.
Stad in België | |||
---|---|---|---|
Geografie | |||
Gewest | Vlaanderen | ||
Provincie | West-Vlaanderen | ||
Arrondissement | Diksmuide | ||
Oppervlakte – Onbebouwd – Woongebied – Andere |
150,74 km² (2022) 89,74% 3,57% 6,7% | ||
Coördinaten | 51° 2' NB, 2° 52' OL | ||
Bevolking (bron: Statbel) | |||
Inwoners – Mannen – Vrouwen – Bevolkingsdichtheid |
17.228 (01/01/2024) 49,96% 50,04% 114,29 inw./km² | ||
Leeftijdsopbouw – 0-17 jaar – 18-64 jaar – 65 jaar en ouder |
(01/01/2024) 18,58% 58,69% 22,73% | ||
Buitenlanders | 5,25% (01/01/2024) | ||
Politiek en bestuur | |||
Burgemeester | Lies Laridon (CD&V) | ||
Bestuur | CD&V, Idee Diksmuide | ||
Zetels CD&V Idee Diksmuide N-VA sp.a-open VB Groen |
25 7 6 6 4 1 1 | ||
Economie | |||
Gemiddeld inkomen | 19.558 euro/inw. (2021) | ||
Werkloosheidsgraad | 3,49% (jan. 2019) | ||
Overige informatie | |||
Postcode 8600 8600 8600 8600 8600 8600 8600 8600 8600 8600 8600 8600 8600 8600 8600 |
Deelgemeente Diksmuide Beerst Esen Kaaskerke Keiem Lampernisse Leke Nieuwkapelle Oostkerke Oudekapelle Pervijze Sint-Jacobs-Kapelle Stuivekenskerke Vladslo Woumen | ||
Zonenummer | 051 | ||
NIS-code | 32003 | ||
Politiezone | Polder | ||
Hulpverleningszone | Westhoek | ||
Website | www | ||
Detailkaart | |||
ligging binnen het arrondissement Diksmuide in de provincie West-Vlaanderen | |||
|
Diksmuide (Frans: Dixmude, volksmond: Smude) is een stad in de Belgische provincie West-Vlaanderen en telt ruim 17.000 inwoners. De stad ligt gedeeltelijk in de Westhoek, aan de IJzer en de Handzamevaart. Samen met de steden Veurne, Ieper en Poperinge is de stad een regionaal en verzorgend centrum voor de regio Westhoek.
De fusiegemeente Diksmuide bestaat sinds 1977 uit 15 deelgemeentes. Naast Diksmuide zelf zijn dit nog de deelgemeenten Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem, Lampernisse, Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen. Diksmuide is daarmee in West-Vlaanderen de gemeente met de grootste oppervlakte. In 2022 werd de kaap van 17.000 inwoners overschreden. De helft van de inwoners woont in Diksmuide, Esen en Kaaskerke, die de bebouwde kern vormt van de fusiegemeente. De overige helft woont verspreid in de andere deelgemeenten.
De gemeente heeft een overwegend agrarisch karakter en biedt op dat vlak veel werkgelegenheid, waarbij Diksmuide een centrumfunctie vervult in dienstverlening en nijverheid. Niet enkel voor de deelgemeenten, maar ook voor andere landelijke gemeenten in de Westhoek oefent Diksmuide als centrumstad een zekere invloed uit.
Diksmuide staat bekend als de Boterstad, wat verwijst naar de bloeiende zuivelhandel, die eeuwenlang een van de belangrijkste welvaartspijlers van de stad was. De stad is echter het bekendst vanwege de Eerste Wereldoorlog, waarbij ze het hard te verduren had aan het IJzerfront.
Een inwoner van Diksmuide wordt een 'Diksmuideling' of 'Diksmuidenaar' genoemd.[1]
Het woorddeel -muide duidt typisch op de plaats waar een rivier uitmondt in de zee (vergelijk Muiden, IJmuiden, Arnemuiden, Sint Anna ter Muiden en Genemuiden); de uitmonding van een rivier op een andere rivier heet -monde (bijvoorbeeld Dendermonde, IJsselmonde).[2] Diksmuide vormt een kennelijke uitzondering. Deze plaats ligt op de grens van de kustpolders en de zandleemstreek en ontstond daar tijdens de 9de eeuw op de monding van de Handzamevaart of Krekebeek in de IJzer, die zelf wel in zee uitmondt. Dicasmutha betekent dan ook 'Dijk aan de monding'.
Van 16 oktober tot 10 november 1914 vond de Slag om Diksmuide plaats, waarbij de stad werd beschoten. Nadat de stad op 10 november in Duitse handen was gevallen volgden Franse en Duitse beschietingen, waarbij de stad volledig werd verwoest. In 1891 werden de Bloemmolens aan de IJzer opgericht, een meelfabriek. Deze werd in 1914 door de Duitsers tot een vesting uitgebouwd die slechts een twintigtal meter van de loopgraven was verwijderd. De gevluchte Diksmuidelingen richten in oktober 1914 een 'Diksmuids vluchtelingencomiteit' op in De Panne. Op 29 september 1918 werd Diksmuide bevrijd.
Bij het zien van de enorme ravage na de Eerste Wereldoorlog schrijft de pers begin 1919 dat Diksmuide niet op haar originele plaats kan herbouwd worden. De oorlog heeft geen vierkante meter van de stad gespaard. Voornemens om de stad naast de ruïnes op te trekken, blijken voorbarig, aangezien meer en meer teruggekeerden hun intrek nemen aan de rand van het centrum. De woningnood in de eerste maanden, zelfs jaren, is hoog, maar de overheid is amper voorbereid. De voorzieningen voor de eerste bewoners lopen vertraging op. De infrastructuur in de barakkenwijken laat te wensen over. Wegen zijn vaak niet meer dan modderpoelen, er is nauwelijks verlichting en er is een nijpend gebrek aan drinkwater, riolering en sanitair. Mensen behelpen noodgedwongen zichzelf. Ze nemen hun intrek in leegstaande Duitse bunkers of timmeren een rudimentair huisje samen met wat voor handen is. Uit onmacht verleent de overheid een toelage van bouwmaterialen - ter waarde van 3.000 fr. - waarmee ze zelf een voorlopige woning kunnen bouwen. Dergelijke noodwoningen, verrijzen overal in de Westhoek. In de volksmond staan ze bekend als ‘drieduusters’. Verschillende hulpcomités verlichten het lijden. Het Amerikaans Commission for Relief in Belgium richt in de zomer van 1919 een filiaal op in Diksmuide, waar de teruggekeerden huisraad, eten, kleren, schoenen, enz. kunnen kopen aan goedkope prijzen.
Het stadsbestuur staat voor een kolossale, zij het, onmogelijke taak. Zoals veel verwoeste gemeenten en steden kan Diksmuide de last van de wederopbouw niet alleen dragen. De financiën van de stad zijn ontoereikend en Diksmuide laat zich ‘adopteren’ door de Belgische staat, die instaat voor het herstel van het openbaar domein. Krijgsgevangenen worden ingeschakeld om het puin te ruimen. Later wordt hun werk overgenomen door arbeiders. Eens de meeste wegen terug vrijgemaakt zijn, wordt in maart 1919 gestart met het grondig ruimen en afbreken van de Duitse stellingen. Niet minder dan 20.000 m³ beton wordt in de stad opgebroken, 195.000 m² aarde wordt verplaatst om de grond te effenen. De hoeveelheid verzameld ijzer en schroot bedraagt maar liefst 3000 ton aan granaten en shrapnel. Het puin van het slagveld en de opruimingswerken leveren maar liefst 16 miljoen stenen, 35.000 m³ steengruis, 3.000 ton ijzerwerk en 6000 m³ brandhout op, die gerecupereerd worden voor de heropbouw van de stad. De verwoesting van Diksmuide is zo danig uitvoerig dat het ruimen van puin met het afbreken van de betonnen observatietorens pas in 1922 kan worden beëindigd.
Architect Jozef Viérin wordt aangesteld om een algemeen plan van aanleg op te stellen. Zijn stadsplan is op kleine aanpassingen na, zoals het verbreden van wegen voor het toekomstige verkeer - geënt op het vooroorlogse stratenpatroon. De keuze voor Viérin bepaalt nog steeds het huidige uitzicht van Diksmuide. Hij overziet het stilistisch geheel en geeft richtlijnen aan andere architecten actief in de stad. Niets komt zonder zijn fiat. Viérin kiest resoluut voor een historiserende wederopbouw. Hij hanteert de neo-Vlaamse renaissancestijl. Zijn keuze is niet louter esthetisch, maar tevens ideologisch. Door terug te grijpen naar de bouwtraditie van de vijftiende en zestiende eeuw wil hij een ideaal beeld van Vlaanderens ‘Gouden’ periode ophangen. De historiserende baksteenarchitectuur met laatgotische en renaissance-elementen gaat in de Westhoek gepaard met het gebruik van trapgevels, rondbogen, indrukwekkende daken en de typische regionale gele baksteen.
Begin 1920 schieten de huizen al uit de grond. Diksmuide barst letterlijk uit haar voegen. Er is te weinig plaats in de vernielde stad om alle nieuwbouwprojecten te kunnen realiseren. De stad wordt hierop uitgebreid. Zo ziet Esen 100 hectare grondgebied verdwijnen ten voordele van Diksmuide, waardoor deze laatste haar grondgebied zo goed als verdubbelt. Op dit nieuw stuk grondgebied zou een van de vele tuinwijken uit de regio, De Pluimen, opgericht worden. Ook het stadspark wordt opgedeeld in percelen, om in nieuwe bouwgrond te voorzien. Terwijl het gros van de particuliere bouwwerken na enkele jaren reeds voltooid zijn, laat de heropbouw van het openbaar domein op zich wachten. Het zou duren tot 1923 vooraleer grote nieuwe publieke bouwwerven te Diksmuide verschijnen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Diksmuide op 27 mei 1940 opnieuw gebombardeerd door de Duitsers. Om 7.30 viel de eerste splinterbom die op en rond de Grote Markt en de Kiekenstraat voor heel wat schade zorgde. De tweede lading bommen die door de Duitse Stuka's werd gedropt, zorgde eveneens voor heel wat materiële schade, maar ditmaal ook voor menselijke verliezen. De laatste aanval gebeurde rond 10.30 uur. Diksmuide verloor bij deze aanval dertien burgers. De stadsschool was een van de acht openbare gebouwen die samen met de St.-Niklaaskerk, de dekenij, de achterzijde van het stadhuis en de gebouwen van de Maatschappij der Buurtspoorwegen en de Regie van Bruggen en Wegen (Kleine Dijk) zwaar werden beschadigd tijdens het bombardement. In volgende straten werden private woningen met de grond gelijkgemaakt: De Breyne Peellaertstraat, Kiekenstraat, Gen. Baron Jacquesstraat, Wilgendijk, Pastorijstraat, Grote Dijk, IJzerlaan, Molenstraat, Stationsstraat en de Laura Frederiquelaan. De uiteindelijke schadebalans werd vastgesteld op 118 vernielde woningen en 12 zwaar beschadigde woningen.
Gevechten vonden plaats op 28 en 29 mei, de verdediging van de stad wordt verzorgd door de Franse 241e RI (de stad) en de 270e RI (Pervijze sector) versterkt door een Engelse gemotoriseerde eenheid. De geallieerden blazen de bruggen en sluizen van Diksmuide op naar Nieuwpoort.
Enkele dagen voor de bevrijding (4 september 1944) stopte er een goederentrein uit Boulogne in het station Diksmuide. In de trein zaten onder meer 300 dwangarbeiders, grotendeels Franse en Belgische Joden, die naar een concentratiekamp werden gevoerd. Door sabotage van de spoorwegen bleef de trein echter in Diksmuide staan. Het nieuws verspreidde snel over de plaats en honderden inwoners trokken naar het station met drank en eten. De bewakers verloren hun greep op de situatie. Ze stonden de gevangenen toe om zich te verluchten en wat te eten. Daarna zou de reis te voet worden verdergezet. Al snel verdwenen de gevangenen een voor een in de huizen van de Diksmuidelingen en ontsnapten zo aan verder onheil.
Het stadscentrum van Diksmuide ligt centraal langs de IJzer en is de omvangrijkste kern in de gemeente. De andere dorpen liggen verspreid op het grote grondgebied. De grotere dorpen bestaan uit een kern langs de grootste invalswegen, met daarbij nog lintbebouwing. De kleinere dorpjes liggen midden in de velden en hebben weinig verbindingswegen. Tussen de dorpen in liggen dan nog hoeves verspreid over het vlakke landschap. De gemeente Diksmuide ligt landschappelijk op een overgang van De Polders in het westen, en het Houtland in het oosten.
De Polders zijn een laag, uitgestrekt en op vlak gebied. Men treft er veengronden aan, laag gelegen vochtiger kleigronden en hogere gelegen droge, zanderige kreekruggen. De vallei van de rivier de IJzer ligt het laagst en zorgt dat de Polders hier iets verder in het binnenland doordringen. Daarnaast liggen in het landschap veel grachten voor de drainage van de grond. Deze laag gelegen polders overstroomden vroeger vaak, deze toestand is in het natuurgebied De Blankaart in Woumen nog enigszins bewaard. Omstreeks de 11e eeuw werd een zeedijk vanaf Oostduinkerke via Driekapellen gebouwd, getuige daarvan is de straat met naam Oude Zeedijk die door de polders loopt. Deze dijk zorgde dat het oostelijke gebied beschermd werd tegen overstromingen, dit werden de Oudlandpolders. Het niet-beschermde gebied, de Middellandpolders overstroomden nogmaals, zodat er recentere kleilagen werden afgezet. De uitgestrekte polders worden vooral gebruikt voor graslanden en graangewassen.
Het landschap in het oostelijke deel van de gemeente Diksmuide daarentegen ziet er anders uit. Het land ligt er iets hoger, boven de 5-meterlijn, en het reliëf is er minder vlak. In tegenstelling tot de polders zijn hier minder grachten te vinden. Dit oostelijk deel van de gemeente wordt nog in twee verdeeld door de Handzamevaart. Het noordelijk deel, met Leke, Keiem, Beerst en Vladslo, dat tot 20 meter hoogt reikt, ligt in de Vlaamse Zandstreek. Het zuidelijke deel tot 35 meter in de Zandleemstreek. Hier vindt men het begin van de Midden-West-Vlaamse Heuvelrug, die in zuidoostelijke richting loopt. Door de hogere ligging overstroomden deze gebieden niet, zodat de bodem er ouder is. De bodem is er zanderig. Deze bodem was geschikt voor bebossing, maar die is doorheen de eeuwen verdwenen en het land werd in cultuur gebracht. Ook hier komen weiden voor, maar er is vooral sprake van akkerbouw.
Nadat in 1924 de oppervlakte van Diksmuide reeds verdubbelde door de aanhechting van een deel van Esen, werden bij een eerste fusie in 1965 de gemeenten Kaaskerke en Esen bij Diksmuide-centrum gevoegd. De bebouwing van Kaaskerke en Diksmuide vormt een aangesloten geheel, en ook op het grondgebied van Esen spreidt de kern van Diksmuide zelf zich uit. Bij een fusiegolf in 1971 gingen er enkele fusies door in de omliggende gemeenten, die toen echter nog onafhankelijk bleven. Keiem werd bij Beerst gevoegd; Lampernisse, Oostkerke en Stuivekenskerke werden deel van Pervijze en uit Oudekapelle, Nieuwkapelle en Sint-Jacobskapelle werd een nieuwe gemeente met de naam Driekapellen gevormd. Woumen moest de parochie Jonkershove afstaan aan Houthulst. In 1977 ten slotte werden zes tot dan toe onafhankelijke gemeenten opgeheven waarbij de deelgemeenten bij Diksmuide ondergebracht werden. Beerst, Driekapellen, Leke, Vladslo, Woumen en Pervijze werden (met hun deelgemeenten) zo deel van het uitgebreide Diksmuide.
# | Naam | Opp. (km²)[3] |
Inwoners (2020)[3] |
Inwoners per km² |
NIS-code |
---|---|---|---|---|---|
1 | Diksmuide (I) | 5,83 | 6 119 | 1 050 | 32003A0 |
2 | Esen (II) | 14,02 | 1 654 | 118 | 32003A1 |
3 | Kaaskerke (III) | 8,79 | 471 | 54 | 32003A2 |
4 | Beerst (IV) | 11,79 | 1 551 | 132 | 32003B |
5 | Keiem (VII) | 12,96 | 1 331 | 103 | 32003C |
6 | Leke (VI) | 10,88 | 1 188 | 109 | 32003D |
7 | Vladslo (V) | 17,57 | 1 199 | 68 | 32003E |
8 | Woumen (XV) | 13,84 | 1 302 | 94 | 32003F |
9 | Nieuwkapelle (XIV) | 7,95 | 439 | 55 | 32003G |
10 | Oudekapelle (XII) | 5,14 | 123 | 24 | 32003H |
11 | Sint-Jacobskapelle (XIII) | 4,80 | 108 | 22 | 32003J |
12 | Oostkerke (XI) | 3,87 | 273 | 71 | 32003K |
13 | Lampernisse (X) | 13,74 | 150 | 11 | 32003L |
14 | Pervijze (IX) | 12,25 | 809 | 66 | 32003M |
15 | Stuivekenskerke (VIII) | 7,33 | 125 | 17 | 32003N |
De gemeente Diksmuide grenst door zijn landelijke uitgestrektheid aan een groot aantal dorpen:
|
Diksmuide biedt heel wat variatie op vlak van natuurgebieden. Zo is het natuurlijke milieu van moerassen of meersen in de IJzervallei aanwezig in het reservaat De Blankaart. In de Viconia kleiputten is er een grote variatie aan planten (kunstmatig ontstaan). Daarnaast zijn de bosgedeelten Bekelare en Praetbos nog een overblijfsel van het grote bosgebied in het Houtland. En ten slotte biedt het stadspark de stadsbewoners een groene locatie in de directe omgeving.
Als bouwkundig erfgoed heeft Diksmuide enkele kerken, de Viciniahoeve en landelijke dorpen. Het erfgoed dateert wel grotendeels uit de jaren 1920 vanwege de verwoesting tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Bron:NIS - Opm:1831 t/m 1970=volkstellingen op 31 december; 1976= inwonertal per 31 december
Alle historische gegevens hebben betrekking op de huidige gemeente, inclusief deelgemeenten, zoals ontstaan na de fusie van 1 januari 1977.
Inwoners van jaar tot jaar op 1 januari 1992 tot heden | ||
---|---|---|
jaar | Aantal[4] | Evolutie: 1992=index 100 |
1992 | 15.273 | 100,0 |
1993 | 15.366 | 100,6 |
1994 | 15.385 | 100,7 |
1995 | 15.319 | 100,3 |
1996 | 15.245 | 99,8 |
1997 | 15.353 | 100,5 |
1998 | 15.394 | 100,8 |
1999 | 15.494 | 101,4 |
2000 | 15.443 | 101,1 |
2001 | 15.465 | 101,3 |
2002 | 15.480 | 101,4 |
2003 | 15.494 | 101,4 |
2004 | 15.558 | 101,9 |
2005 | 15.636 | 102,4 |
2006 | 15.733 | 103,0 |
2007 | 15.764 | 103,2 |
2008 | 16.004 | 104,8 |
2009 | 16.147 | 105,7 |
2010 | 16.275 | 106,6 |
2011 | 16.365 | 107,1 |
2012 | 16.432 | 107,6 |
2013 | 16.520 | 108,2 |
2014 | 16.542 | 108,3 |
2015 | 16.515 | 108,1 |
2016 | 16.551 | 108,4 |
2017 | 16.719 | 109,5 |
2018 | 16.739 | 109,6 |
2019 | 16.743 | 109,6 |
2020 | 16.843 | 110,3 |
2021 | 16.815 | 110,1 |
2022 | 16.926 | 110,8 |
2023 | 17.174 | 112,4 |
2024 | 17.228 | 112,8 |
Na de fusie van 1976 wordt Hendrik Laridon (CVP) opnieuw burgemeester. Zij leidt een coalitie bestaande uit CVP en VU. Samen vormen ze een meerderheid met 15 op 25 zetels. De gemeenteraad telde bij installatie 3 verkozen vrouwelijke leden. In april 1978 volgde Lieve Van Damme (VU) haar partijgenoot Jozef Hoste (VU) op als vierde schepen en werd zo de eerste vrouwelijke schepen van Diksmuide. Op 3 september 1979 sloot CVP echter een bestuursakkoord met Volksbelangen nadat VU het akkoord opschortte.
Burgemeester is Lies Laridon (CD&V). Zij leidt een coalitie bestaande uit CD&V en sp.a-Open. Samen vormen ze een meerderheid met 16 op 25 zetels.
Burgemeester is Lies Laridon (CD&V). Zij leidt een coalitie bestaande uit CD&V en sp.a-Open. Samen vormen ze een meerderheid met 14 op 25 zetels.
Burgemeester is Lies Laridon (CD&V). Zij leidt een coalitie bestaande uit het christelijke CD&V en het liberale Idee Diksmuide. Samen vormen ze een nipte meerderheid met 13 op 25 zetels.
Partij | 10-10-1976[6] | 10-10-1982 | 9-10-1988 | 9-10-1994 | 8-10-2000 | 8-10-2006[7] | 14-10-2012[8] | 14-10-2018 | 13-10-2024 | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stemmen / Zetels | % | 25 | % | 25 | % | 25 | % | 25 | % | 25 | % | 25 | % | 25 | % | 25 | % | 25 | |
CVP1/ CD&V2/ Team 86003 | 42,11 | 12 | 41,511 | 11 | 45,221 | 12 | 39,511 | 11 | 35,971 | 10 | 36,962 | 11 | 31,182 | 9 | 24,42 | 7 | 37,93 | 10 | |
Centrum1/ D2000A/ VLD2/ Vrije Diksmuidse Liberalen3/ Project 86007 | 25,381 | 6 | 29,91 | 8 | 32,48A | 6 | 20,122 | 5 | 4,383 | 0 | - | - | - | 4,07 | 0 | ||||
Diksmuids Liberaal Centrum4/ Idee 20065/ Idee Diksmuide6/ Actie!D | 12,274 | 3 | 20,665 | 5 | 17,125 | 4 | 22,86 | 6 | 42,3D | 12 | |||||||||
VU1/ VU-DD2/ D2000A/ Hela3/ ProC/ N-VA4/ Actie!D | 14,21 | 3(°) | 11,092 | 2 | 3 | 17,893 | 4 | 40,82C | 12 | 11,533 | 2 | 26,094 | 7 | 23,14 | 6 | ||||
Volksbelangen1/ SP2/ InzetB / ProC/ sp.a-Open3/ Actie!D | 18,311 | 4(°°) | 17,52 | 4 | 18,842 | 3+1 | 19,84B | 5 | 20,213 | 5 | 19,843 | 5 | 16,03 | 4 | |||||
AGALEV1/ InzetB / ProC/ Groen2 | - | - | 3,461 | 0 | - | - | 6,82 | 1 | 2,82 | 0 | |||||||||
Vlaams Blok1/ Vlaams Belang2 | - | - | - | 2,381 | 0 | 5,981 | 0 | 10,642 | 2 | 5,772 | 0 | 7,02 | 1 | 13,02 | 3 | ||||
Anderen (*) | - | - | - | 0,16 | 0 | 0,58 | 0 | - | - | - | - | ||||||||
Totaal stemmen | 10960 | 11057 | 11340 | 11169 | 11445 | 11890 | 12435 | 12393 | 9352 | ||||||||||
Opkomst % | 97,01 | 95,29 | 95,71 | 96,43 | 95,03 | 94,8 | 70,1 | ||||||||||||
Blanco en ongeldig % | 2,24 | 3,56 | 3,52 | 4,5 | 4,17 | 3,87 | 4,83 | 4,2 | 1,4 |
De zetels van de gevormde coalitie staan vetjes afgedrukt. De grootste partij is in kleur.
(*) 1994: Vlaams Nationale Partij (0,16%) / 2000: Nieuwe Politieke Cultuur (0,58%)
In 1925 komt een Wet op de Commissie voor Openbare Onderstand (COO). De COO's werden in elke gemeente opgericht en werden samengesteld uit burgers die voorgedragen en verkozen werden door de gemeenteraadsleden. Ze werden bijgestaan door een secretaris en een ontvanger. De raad van de COO kon zich laten bijstaan door een maatschappelijk werker, maar in het begin kwamen deze er nauwelijks aan te pas. Op 8 juli 1976 komt er een Wet op het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW). De OCMW's werden in 1976 ingesteld, tezamen met de fusies van gemeenten. Door de wet van 8 juli 1976 werden de COO's vervangen door de OCMW's. Deze laatste hebben een breder doel dan alleen maar het verstrekken van financiële hulpverlening. Elk OCMW moet naast een secretaris en een ontvanger ook ten minste één maatschappelijk werker in dienst hebben.
Diksmuide-Stad wordt omringd door de volgende kernen: Kaaskerke, Beerst, Esen, Woumen