Binnen het raamwerk van Eduard Fokker vinden we een onderwerp dat vandaag de dag van groot belang en interessant is. Dit onderwerp heeft geleid tot debatten, discussies en reflecties op verschillende gebieden, van politiek tot wetenschap, inclusief cultuur en de samenleving in het algemeen. Het is een thema dat ons uitnodigt om na te denken over fundamentele aspecten van het leven, om onze overtuigingen in twijfel te trekken en om antwoorden te zoeken op vragen die ons door de geschiedenis heen hebben vergezeld. Via dit artikel zullen we proberen ons te verdiepen in Eduard Fokker, de verschillende facetten ervan onderzoeken, de implicaties ervan analyseren en een kritische en analytische kijk bieden op een onderwerp dat ons allemaal aangaat.
Eduard Fokker | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Algemeen | ||||
Volledige naam | Eduard Fokker | |||
Geboren | Middelburg, 14 juli 1849 | |||
Overleden | Den Haag, 4 juni 1936 | |||
Partij | Vrijzinnig-Democratische Bond | |||
Titulatuur | Mr. | |||
Functies | ||||
1892-1896 | Eerste Kamerlid | |||
1897-1903 | Tweede Kamerlid | |||
|
Eduard Fokker (Middelburg, 14 juli 1849 – Den Haag, 4 juni 1936) was een Nederlands politicus.
Fokker, lid van de patriciaatsfamilie Fokker, was een advocaat die in 1901 tot de liberalen behoorden die overstapten naar de VDB. Hij was de zoon van een Zeeuwse koopman. Hij werd zelf griffier van de Staten van Zeeland. Hij was een pleitbezorger voor gelijke rechten van de vrouw en mede-oprichter in 1884 van de Vereeniging tot Verbetering van den Maatschappelijken en den Rechtstoestand der vrouw in Nederland. Hij verliet in 1903 de Tweede Kamer der Staten-Generaal om administratief rechter te worden bij de Centrale Raad van Beroep. Van 1 maart 1903 tot 1 september 1914 was hij president van de Centrale Raad van Beroep.
Hij was een zwager van het liberale Tweede Kamerlid Pieter Christiaan Jacobus Hennequin en een neef van het conservatief-liberale Eerste Kamerlid Abraham Jacobus Frederik Fokker van Crayestein van Rengerskerke.
Presidentvoorzitter van de Centrale Raad van Beroep 1903-1914 |
Opvolger: R.P. (Rudolph) Cleveringa |