In dit artikel gaan we Enno Endt verkennen, een onderwerp dat de afgelopen jaren de aandacht van veel mensen heeft getrokken. Sinds de ontdekking of popularisering ervan heeft Enno Endt op verschillende gebieden een grote impact gehad, waardoor discussie en vragen ontstonden over de betekenis, implicaties en mogelijke toepassingen ervan. Via dit artikel zullen we proberen licht te werpen op Enno Endt en de relevantie ervan in de moderne samenleving te analyseren, evenals de invloed ervan op verschillende aspecten van het dagelijks leven. Het maakt niet uit of u een expert op dit gebied bent of er gewoon meer over wilt weten: dit artikel geeft u een gedetailleerd en actueel inzicht in Enno Endt.
Enno Endt (Enschede, 3 december 1923 – Edam, 21 april 2007) was een Nederlandse neerlandicus en kenner van het werk van Herman Gorter.
Enno Endt studeerde Nederlandse Taal en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, onder andere bij de hoogleraren Donkersloot en Wytze Gs. Hellinga, en was tot 1986 als docent verbonden aan diezelfde Universiteit. Zijn aandacht richtte zich op twee nogal uiteenlopende onderwerpen van studie: enerzijds de woordenschat van de Nederlandse volkstaal, het Bargoens, anderzijds het werk van de dichter Herman Gorter. Over het Bargoens publiceerde hij vanaf 1969. Het Bargoens woordenboek (1971) maakte hij samen met zijn latere tweede vrouw, Lieneke Frerichs. Van dit boek verschenen daarna regelmatig herziene edities. De laatste editie waaraan Endt meewerkte verscheen in 2006.
Als student was Endt al een Gorterfan. Hij citeerde diens verzen uit zijn hoofd zoals ook de schrijver J.J. Voskuil memoreerde in zijn boek Bij nader inzien, waarin hij Endt de naam David Grobben gaf. Van het werk van Gorter verzorgde Endt verschillende tekstkritische uitgaven, o.a. van diens bekende gedicht Mei. Maar bekend werd hij vooral ook door zijn grote Herman Gorter Documentatie 1864-1897, een verzameling van brieven van en over de schrijver, persoonlijke documenten zoals notulen van vergaderingen, school- en studieresultaten, recensies op zijn werk, huishoudboekjes en fragmenten uit dagboeken van anderen waarin Gorter ter sprake komt, zoals van Frederik van Eeden en andere collega’s. Endt geeft in dit werk wel verklarende voetnoten maar probeert niet om al die verschillende soorten informatie tot een verbonden geheel te maken zoals meestal in een biografie wel gedaan wordt. Dat moet de lezer zelf doen en dat “werkt wonderwel” zoals Wim de Bie in zijn weblog (Bieslog) schreef na het overlijden van Endt.[1] “Het is het boeiendste en verhelderendste boek over de Tachtigers in hun meest stormachtige periode”. Kees Fens zei bij die gelegenheid over dit boek in de Volkskrant dat hij het rekende tot de mooiste literair-historische werken die hij kende.