In de wereld van vandaag is Friedrich Carl von Savigny een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een groot aantal mensen. Sinds de ontdekking ervan tot op de dag van vandaag is Friedrich Carl von Savigny het onderwerp geweest van meerdere studies, debatten en wetenschappelijke vooruitgang die hebben bijgedragen aan het uitbreiden van onze kennis over dit onderwerp. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Friedrich Carl von Savigny, waarbij we de impact ervan op de samenleving analyseren, de evolutie ervan in de loop van de tijd en de mogelijke implicaties die het heeft voor de toekomst. Vanuit een multidisciplinair perspectief zullen we proberen alles wat Friedrich Carl von Savigny te bieden heeft diepgaand te begrijpen, en hoe de invloed ervan zich uitstrekt tot verschillende gebieden van ons dagelijks leven.
Friedrich Carl (ook: Karl) von Savigny (Frankfurt am Main, 21 februari 1779 - Berlijn, 25 oktober 1861) was een Duits rechtsgeleerde. Hij geldt als de belangrijkste jurist van de negentiende eeuw, was de stichter van de Historische school en een van de grondleggers van de moderne beoefening van de rechtsgeschiedenis.
Savigny's interesse in de geschiedenis van het recht ontstond vooral tijdens zijn studie te Marburg. Hij studeerde verder aan de universiteiten van Jena, Göttingen, Halle en Leipzig. In 1803 schreef hij een baanbrekende studie over de ontwikkeling van de dogmatiek van eigendom en bezit, Das Recht des Besitzes. Dit boek werd het model bij uitstek voor een monografie over een juridisch leerstuk. In 1810 zorgde Wilhelm von Humboldt ervoor dat Savigny hoogleraar Romeins recht werd aan de nieuw opgerichte universiteit van Berlijn. Daar onderwees hij onder andere Jacob Grimm en Wilhelm Grimm. Hij trouwde met Kunigunde Brentano, een zus van Clemens Brentano. In 1814 reageerde hij op voorstellen tot codificatie van het Duitse recht met zijn spraakmakende pamflet Vom Beruf unserer Zeit für Gesetzgebung und Rechtswissenschaft. Hierin stelde hij dat het Duitse recht organisch was ontstaan en dat grootschalig ingrijpen daarin onverantwoord zou zijn zonder voorafgaand historisch onderzoek. Tussen 1815 en 1831 verscheen zijn Geschichte des römischen Rechts im Mittelalter, waarin hij op basis van onderzoek in archiefstukken en handschriften de beoefening van het Romeinse recht in de Middeleeuwen onderzocht. Geïnspireerd door Savigny en de resultaten van de Duitse geschiedschrijving in het algemeen begonnen onderzoekers in andere Europese landen ook de geschiedenis van het recht in hun eigen land diepgaand te onderzoeken.
Von Savigny hield zich verder ook bezig met het internationaal privaatrecht. Van zijn gedachtegoed komt het beginsel van het nauwst verbonden recht. Dit wordt thans nog steeds gehanteerd in ons huidige stelsel van internationaal privaatrecht.
Zijn academische carrière eindigde in 1842 toen de Pruisische koning Frederik Willem IV hem benoemde tot minister voor Herziening van de Wetgeving met de titel grootkanselier.
Voorganger: Karl Albert von Kamptz |
Minister van Justitie voor Herziening van de Wetgeving van Pruisen Regering-Arnim 1842-1848 |
Opvolger: -- |