George August Samuel | ||
---|---|---|
George August Samuel van Nassau-Idstein, ca. 1690 | ||
Graaf en sinds 1688 vorst van Nassau-Idstein | ||
Regeerperiode | 1677-1721 | |
Verheffing tot rijksvorst | 4 augustus 1688 | |
Voorganger | Johan | |
Opvolger | Karel Lodewijk Frederik Lodewijk | |
Militaire informatie | ||
Slagen/oorlogen | Beleg van Wenen (1683) | |
Huis | Nassau-Idstein | |
Vader | Johan van Nassau-Idstein | |
Moeder | Anna van Leiningen-Dachsburg | |
Geboren | 26 februari 1665 o.s. Idstein | |
Gestorven | 26 oktober 1721 Biebrich | |
Begraven | 13 januari 1722 Uniekerk, Idstein | |
Partner | Henriette Dorothea van Oettingen-Oettingen | |
Religie | Luthers | |
Het wapen van de Walramse Linie sinds 1660 |
George August Samuel van Nassau-Idstein (Idstein, 26 februari 1665 o.s. - Biebrich, 26 oktober 1721) was graaf van Nassau-Idstein, een deel van het graafschap Nassau. In 1688 werd hij verheven tot rijksvorst. Hij stamt uit de Walramse Linie van het Huis Nassau.
George August Samuel was het op een na jongste kind van graaf Johan van Nassau-Idstein en Anna van Leiningen-Dachsburg, dochter van dochter van graaf Filips George van Leiningen-Dachsburg en Anna van Erbach.
George August Samuel was slechts 12 jaar oud toen zijn vader Johan in 1677 overleed. De regering werd aanvankelijk waargenomen door twee voogden: graaf Johan Caspar van Leiningen-Dachsburg, een broer van zijn moeder, en graaf Johan August van Solms. George August Samuel gebruikte deze tijd door studies in Gießen, Straatsburg en Parijs, later ook in Engeland en Brabant. Daarbij leerde hij ook verscheidene Europese hoven kennen, waarbij hij vooral onder de indruk was van het Paleis van Versailles. In 1683 nam hij deel aan de verdediging van Wenen tijdens de Tweede Turkse Belegering. Een jaar later, op achttienjarige leeftijd, werd hij de regerende graaf. Op 4 augustus 1688 benoemde keizer Leopold I hem voor zijn diensten bij de bevrijding van Wenen, na betaling van een grote som geld, tot rijksvorst.
De stad Wiesbaden, en het hele graafschap Nassau-Idstein, hadden tijdens de Dertigjarige Oorlog, en de pest in 1675, zwaar geleden. Van de oorspronkelijke 1800 inwoners van Wiesbaden leefden er nog slechts enkele tientallen. Onder George August Samuel beleefden beiden een enorme opleving. Hij begon een drukke bouwactiviteit. Hij voltooide onder meer het residentieslot in Idstein, legde in Wiesbaden de Herrengarten en de Fasanerie aan, liet het voorgebouw van het stadspaleis verbouwen en uitbreiden, en legde aan de oevers van de Rijn in Biebrich een baroktuin aan. Een eerste zomerhuis was de eerste steen voor het latere Slot Biebrich, dat echter pas na zijn dood werd voltooid.
George August Samuel overleed - net als zijn twee jongste dochters - aan de pokken. Hij werd begraven in de Uniekerk te Idstein op 13 januari 1722. Hij werd opgevolgd door zijn achterneven Frederik Lodewijk van Nassau-Ottweiler en Karel Lodewijk van Nassau-Saarbrücken.
George August Samuel huwde te Kirchheim unter Teck op 22 september 1688 met Henriette Dorothea van Oettingen-Oettingen (Oettingen, 14 februari 1672 o.s. - Wiesbaden, 18 mei 1728), dochter van vorst Albrecht Ernst I van Oettingen-Oettingen en Christiane Frederica van Württemberg. Henriette Dorothea werd begraven in de Uniekerk te Idstein op 21 mei 1728.
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren: