In het volgende artikel zullen we Hans Jeschonnek in detail onderzoeken, een onderwerp dat van groot belang is in de huidige samenleving. Door de jaren heen heeft Hans Jeschonnek de aandacht getrokken van academici, professionals en het grote publiek, waardoor er meerdere debatten en reflecties zijn ontstaan over het belang, de implicaties en mogelijke oplossingen ervan. Vanuit verschillende benaderingen en perspectieven zullen we de verschillende facetten van Hans Jeschonnek onderzoeken, waardoor een diepgaande en kritische analyse ontstaat die onze kennis en begrip van dit onderwerp zal vergroten. Zonder twijfel speelt Hans Jeschonnek een fundamentele rol in verschillende aspecten van het dagelijks leven, dus het is essentieel om dit met nauwkeurigheid en ernst aan te pakken om bij te dragen aan het debat en de collectieve reflectie.
Hans Jeschonnek | ||
---|---|---|
![]() | ||
Generaloberst Hans Jeschonnek, juni 1941.
| ||
Geboren | 9 april 1899 Inowrocław, Posen, Duitse Keizerrijk | |
Overleden | 18 augustus 1943 Kętrzyn, Oost-Pruisen, nazi-Duitsland (hedendaags Polen) | |
Rustplaats | Städtischer Friedhof Steglitz, Bergstrasse 38, Berlijn, Duitsland[1][2][3] | |
Land/zijde | ![]() ![]() ![]() | |
Onderdeel | ![]() ![]() ![]() ![]() | |
Dienstjaren | 1914 - 1943 | |
Rang | ![]() ![]() Generaloberst | |
Eenheid | 3. Niederschlesisches Infanterie-Regiment Nr. 50 | |
Bevel | Geschwaderkommodore van Lehrgeschwader 1 1 oktober 1936 – november 1936 Commandant van het Fliegerführer Irak 6 mei 1941 – 29 mei 1941 Generalstabschefs der Luftwaffe 1 februari 1939 – 19 augustus 1943 | |
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog
| |
Onderscheidingen | Zie decoraties |
Hans Jeschonnek (Hohensalza, 9 april 1899 – Lager Robinson, 18 augustus 1943) was stafchef van de Luftwaffe in de Tweede Wereldoorlog.
Hans Jeschonnek was de zoon van een Studienrat. Zijn broer was de latere inspecteur van de marine, viceadmiraal Gert Jeschonnek.
Toen hij 15 was, meldde Hans Jeschonnek zich bij de Preußische Hauptkadettenanstalt om aan het front van de Eerste Wereldoorlog te vechten met het 3. Niederschlesisches Infanterie-Regiment Nr. 50. In september 1914 werd hij luitenant. In de zomer van 1917 ging hij over naar de Luftstreitkräfte.
Na het einde van de oorlog vocht hij verder in de opstanden in Opper-Silezië.
Hij ging mee over naar de Reichswehr als officier van de cavalerie en studeerde af als beste van zijn jaar in de opleiding van de generale staf.
Hij werkte in het ministerie van landsverdediging en bouwde in het geheim en in overtreding van het Verdrag van Versailles de Luftwaffe op. In 1933 werd Jeschonnek adjudant van de staatssecretaris van het Rijksluchtvaartministerie, Erhard Milch.
In 1935 ging hij naar de vliegergroep Greifswald. In oktober 1936 werd hij commodore van het leseskader daar[4]. In 1937 keerde Jeschonnek terug naar het Reichsluftfahrtministerium als afdelingshoofd. In februari 1938 werd hij stafchef van de Luftwaffe. In november 1938 werd hij kolonel.
Vanaf 1 februari 1939 was hij stafchef van de Luftwaffe. In augustus 1939 werd hij Generaal-majoor[5]. Na successen in de Poolse Veldtocht van 1939 en de Slag om Frankrijk van 1940 werd hij in juli 1940 General der Flieger.
Bij de Slag om Engeland in 1940, Operatie Barbarossa, bij gevechten rond de Middellandse Zee en de bevoorrading van het Afrikakorps schoot de Luftwaffe tekort.
Jeschonnek had voor de oorlog als enige het concept van Adolf Hitler goedgekeurd. Daarom waagde Hermann Göring het niet om een kleiner, meer realistisch programma voor te stellen. Het werkelijk gerealiseerd programma bleef ver achter op de doelstellingen van Hitler.
Na het Bombardement op Hamburg in juli en augustus 1943 werd over de vervanging van Jeschonnek en Göring gesproken. Hitler was al sinds de Slag om Stalingrad kwaad op Göring. Nu richtte hij zijn toorn na de Brits/Amerikaanse luchtaanvallen op het Ruhrgebied vooral tegen Jeschonnek. Göring liet zijn stafchef in de steek.
Na Operatie Hydra tegen Peenemünde in de nacht van 17 op 18 augustus 1943 schoot Jeschonnek zichzelf door het hoofd. Hij had bij vergissing de luchtafweer op Duitse jachtvliegtuigen doen schieten. Göring vervalste de overlijdensdatum naar 19 augustus en gaf een maagbloeding op als doodsoorzaak en vernietigde de voor Göring ongunstige afscheidsbrief[6]. Joseph Goebbels schreef in zijn dagboek op 20 augustus 1943: "Göring deelt me mee, dat generaal Jeschonnek plots aan een maagbloeding gestorven is. Die maagbloeding stemt natuurlijk niet met de werkelijkheid overeen. Jeschonnek heeft zich doodgeschoten, net zoals Udet."