In de wereld van vandaag is Hendrik Hondius (I) een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een breed spectrum van mensen. Of het nu vanwege zijn impact op de samenleving, zijn historische relevantie of zijn invloed op verschillende gebieden is, Hendrik Hondius (I) heeft de aandacht en nieuwsgierigheid getrokken van individuen van alle leeftijden en beroepen. Door de jaren heen is Hendrik Hondius (I) het onderwerp geweest van debat, analyse en studie, waardoor er een grote hoeveelheid informatie en meningen over is voortgekomen. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten, perspectieven en mogelijke implicaties van Hendrik Hondius (I) onderzoeken, waarbij we het belang ervan vanuit verschillende perspectieven bespreken en een alomvattend beeld van het onderwerp bieden.
Hendrik de Hondt of Henricus Hondius (Duffel, 9 juni 1573 – Den Haag, ca. 23 oktober 1650) was een graveur, tekenaar, uitgever en auteur in Holland.
Hij was een zoon van de schoolmeester Guiliam de Hondt uit het Brabantse Duffel. Na diens dood verhuisde de weduwe met haar gezin naar Antwerpen. Hendrik kreeg een opleiding tot goudsmid bij Godefroy van Gelder in Brussel en ging daarna in de leer bij de graveur Jan Wierix in Antwerpen. Gedreven door zijn protestantse overtuigingen reisde hij naar Keulen, Londen en Parijs, om zich uiteindelijk in Den Haag te vestigen. In 1597 schreef hij er zich in bij de Sint-Lucasgilde en kreeg hij een privilige om een portret van prins Maurits van Oranje te drukken. Twee jaar later gaven de Staten-Generaal der Nederlanden hem een algemeen privilege. Na passages in Amsterdam (1603) en Leiden (1604) keerde hij in 1605 terug naar Den Haag. Hij runde tot 1640 een prentbedrijf in het Buitenhof en was ouderling bij de contraremonstranten. Hij werd begraven op 25 of 29 oktober 1650. Zijn zeven kinderen met Sara Jansdochter bleven in de wereld van prenten en boeken. Willem en Hendrik III werden zelf ook graveurs.
Hondius maakte tijdens zijn loopbaan meer dan 250 prenten, naast het werk dat hij uitbracht van collega's (ongeveer de helft van de zeshonderd uitgegeven prenten waren in zijn opdracht, de andere helft waren aangekochte heredities). Hij tekende eigen ontwerpen en graveerde naar kunstenaars als Jan Wildens, Pieter Stevens, David Vinckboons, Pieter Bruegel en Lucas van Leyden. Het ging vooral om landschappen, bijbelse taferelen en allegorieën. Voorts illustreerde hij boeken van Hans Vredeman de Vries en Samuel Marolois. Zijn eerste bekende prent dateert uit 1594. In 1610 verzorgde hij de uitgave Pictorum aliquot celebrium praecipuae Germaniae Inferioris effigies, een portretgalerij van 68 schilders uit de Nederlanden. In de jaren 1630 liet Hondius meer en meer de etsnaald terzijde ten voordele van de uitgeverij. Hij legde zich vooral toe op edities van officiële portretten en kaarten. In 1640 verkocht hij zijn succesvolle prentenhandel. Hij ging weer meer etsen, voornamelijk naar 16e-eeuwse meesters zoals Hans Bol.