Tegenwoordig is Het kind van Maria een onderwerp geworden dat voor veel mensen over de hele wereld interessant is. Of het nu vanwege zijn impact op de samenleving, zijn relevantie in de geschiedenis, zijn invloed op de populaire cultuur of om welke andere reden dan ook, Het kind van Maria de aandacht heeft getrokken van individuen van verschillende leeftijden, geslachten en nationaliteiten. In dit artikel zullen we het belang van Het kind van Maria grondig onderzoeken en de relevantie ervan vandaag bespreken. Van de impact ervan op het welzijn van mensen tot de rol ervan in de wereldeconomie, we zullen alle aspecten bestuderen die verband houden met Het kind van Maria om een complete en verrijkende visie op dit onderwerp te bieden. Maak je klaar om jezelf onder te dompelen in de fascinerende wereld van Het kind van Maria en ontdek alles achter de betekenis ervan!
Het kind van Maria / Mariakind | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Duitse titelpagina door Hermann Vogel, voor 1921
| ||||
Auteur | gebroeders Grimm | |||
Originele titel | Marienkind | |||
Origineel gebundeld in | Kinder- und Hausmärchen | |||
Uitgiftedatum | 1812 | |||
Land | Duitsland | |||
Taal | Duits | |||
Genre | sprookje | |||
|
Het kind van Maria of Mariakind is een sprookje dat werd verzameld door de gebroeders Grimm in hun Kinder- und Hausmärchen onder nummer KHM3.
Het sprookje is in verschillende drukken van Kinder- und Hausmärchen behoorlijk aangepast, seksuele elementen werden verhuld. De Nederlandse vertaling is op de versie van de laatste Duitse druk gebaseerd.
Alhoewel het sprookje in de top drie van de gebroeders Grimm is gekomen, is het niet erg bekend bij het grote publiek (anders dan bijvoorbeeld Sneeuwwitje, dat het nummer 53 kreeg). Het sprookje is dan ook niet, zoals zoveel sprookjes, in een tekenfilmversie gegoten door Disney.
Aan de rand van een bos woont een houthakker met zijn vrouw en dochter van drie jaar oud. Door armoede kunnen ze de dochter niet meer voeden en de man gaat met sombere gedachten naar het bos. Dan verschijnt een mooie vrouw, met een stralende of lichtgevende kroon van sterren op haar hoofd. Ze zegt dat ze de Maagd Maria is en de moeder van het kindje Jezus. Ze wil wel voor het dochtertje van de houthakker zorgen en hij stemt toe.
In de hemel heeft het meisje het goed, ze eet suikerbrood en drinkt zoete melk. Ze speelt met engeltjes en heeft gouden kleren. Wanneer ze veertien wordt, vertelt de Maagd Maria dat ze lange tijd op reis gaat en geeft de sleutels van het hemelrijk. De dertiende deur mag niet geopend worden (de andere kamers mogen wel betreden worden), omdat het meisje dan ongelukkig zal worden. Samen met de engeltjes geniet het meisje van de verschillende kamers, ze ontmoet een apostel en wil toch stiekem gluren in de dertiende kamer.
Wanneer ze na een tijdje, tegen de waarschuwingen van de engeltjes in, de dertiende deur opent, kan ze haar nieuwsgierigheid niet weerstaan. Ze ziet de (heilige) drie-eenheid en raakt deze met haar vinger aan. Haar vinger verandert in goud en ze wordt door angst overvallen. Ze vlucht de kamer uit, maar haar vinger blijft van goud, ook al wast en poetst ze hem grondig. Wanneer de Maagd Maria terugkeert van haar reis, vraagt ze of het meisje heeft gezondigd. Het meisje liegt, haar hart bonkt in haar keel en de Maagd merkt dat het gebod is overtreden. Ze vraagt opnieuw of het meisje gezondigd heeft en het meisje liegt weer. De Maagd ziet dan de gouden vinger en het meisje liegt een derde maal, waarna ze in slaap wordt gebracht.
Het meisje ontwaakt alleen in de wildernis en wil roepen, maar kan geen geluid maken. Ze wil wegrennen, maar een doornhaag houdt haar tegen. Ze gaat wonen in een holle boom; wanneer het stormt en regent en in de winter vindt ze er beschutting. Wanneer de zon weer warmte brengt, kruipt het meisje naar buiten. Ze heeft gouden haren, en jaren achtereen zittend voor de boom ervaart ze de ellende van de wereld. Wanneer het jonge groen (de lente of het meisje) weer aan de bomen komt, ontmoet ze een koning die op reeën jaagt en zich door het woeste struikgewas heeft geworsteld. Het meisje, dat niet kan spreken, wordt op een paard gezet en meegenomen naar het kasteel, ze krijgt mooie kleren en alles wat ze maar wenst. Na een poosje trouwen de twee en na een jaar brengt de koningin een zoon op de wereld.
De volgende nacht verschijnt de Maagd Maria. Ze vraagt of het meisje de verboden deur heeft opengemaakt. Het meisje ontkent koppig, alhoewel de Maagd dreigt haar kind af te pakken. Het pasgeboren jongetje wordt meegenomen en het gerucht ontstaat dat de koningin een menseneter is die haar eigen kind heeft gedood. Ze kan hier niets tegen inbrengen, maar de koning gelooft de geruchten niet omdat hij zoveel van haar houdt. Na een jaar baart de koningin weer een jongetje en 's nachts komt opnieuw de Maagd Maria. Als ze schuld bekent, zal Maria haar oudste zoontje teruggeven. Maar als ze in haar zonde volhardt, neemt Maria ook deze pasgeborene mee. De koningin blijft ontkennen en het kind wordt dan ook meegenomen. De volgende ochtend zeggen de mensen hardop dat de koningin haar kind heeft verslonden.
De raadslieden van de koning willen de koningin voor het gerecht brengen, maar de koning houdt te veel van haar en geeft bevel er nooit meer over te spreken. Wordt de zwijgplicht gebroken, dan worden ze gemarteld en gedood. Een jaar later baart de koningin een dochter, een derde maal verschijnt de Maagd Maria en ze neemt de koningin bij de hand en neemt haar mee naar de hemel. Ze toont de oudste kinderen en geeft de koningin de kans haar zonde op te biechten. De koningin ontkent en wordt weer op de aarde gezet, en ook het derde kind wordt van haar afgepakt. Het hele volk roept "Menseneter!" en ze wordt voor het gerecht gesleept en wordt veroordeeld tot de brandstapel. Wanneer het hout is opgestapeld en ze aan een paal is gebonden, toont ze berouw.
Ze krijgt haar stem terug en roept uit: "Ja, Maria ik heb het gedaan." Er komt een regenbui uit de hemel en de regen blust de vlammen. Boven de koningin verschijnt een licht en de Maagd Maria daalt neer met de twee jongetjes en heeft het pasgeboren meisje in haar armen. Wie spijt heeft van zijn zonden en ze bekent, krijgt vergeving. De Maagd Maria geeft de drie kinderen, maakt de tong los en schenkt het geluk voor het hele leven.
In Hessen werd ook een donker sprookje verteld dat veel overeenkomsten heeft met het verhaal over het kind van de Maagd Maria.
Hierin wil een vader, die zijn kinderen niet benaderen kan, zich verhangen aan een boom in het bos. Een zwarte jonkvrouw in een zwarte koets belooft hem dan een zak vol goud voor het eerste wat in zijn huis verborgen is. De vrouw van de man is zwanger, maar de moeder geeft niet haar ongeboren kind aan de zwarte jonkvrouw mee, wel haar dochter van twaalf. Deze dochter komt in het prachtige zwarte kasteel van de zwarte jonkvrouw. Na vier jaar opent ze een verboden deur en ziet ze vier lezende jonkvrouwen. Daarop wordt ze door de zwarte jonkvrouw op haar mond geslagen en verstoten.
Ze trouwt met een koning tegen de wil van zijn moeder, en deze moeder neemt haar haar kinderen af. Wanneer ze verbrand zal worden, redt ze de jonkvrouw (zoals in De twaalf broeders (KHM9), De zeven raven (KHM25) en De zes zwanen (KHM49)).