Historia scholastica

In de wereld van vandaag is Historia scholastica een onderwerp geworden dat van groot belang is voor mensen van alle leeftijden en achtergronden. Het belang van Historia scholastica is de afgelopen jaren toegenomen, omdat de invloed ervan zich uitstrekt tot verschillende aspecten van het dagelijks leven. Zowel op persoonlijk als professioneel vlak heeft Historia scholastica voor debatten, controverses en aanzienlijke vooruitgang gezorgd. In dit artikel zullen we het belang van Historia scholastica en de impact ervan op de hedendaagse samenleving in detail onderzoeken, de verschillende facetten ervan analyseren en de relevantie ervan in verschillende contexten ontrafelen.

De Historia scholastica is een geschrift van de hand van de theoloog Petrus Comestor, tot stand gekomen in Parijs tussen 1169 en 1175. In 1473 werd deze tekst gedrukt in Utrecht door Nicolaus Ketelaer en Gerard van der Leempt. Dit is het eerste gedrukte boek in Nederland dat gedateerd is.

Dit monumentale werk is een navertelling van de historische boeken van de Bijbel, vermengd met allerlei teksten die de Bijbelpassages verklaren en aanvullen. Deze mix van navertelling en exegese, in combinatie met etymologische, geografische en historische kennis, resulteerde in een studieboek dat eeuwenlang in gebruik bleef.

De Historia scholastica groeide uit tot een belangrijke bron voor de historiebijbels die in verscheidene Europese talen gedurende de latere middeleeuwen werden geproduceerd.

De belangrijkste twee bronnen van Petrus Comestor waren de Vulgaat en Josephus FlaviusAntiquitates Judaicae. Daarnaast maakte hij ook gebruik van onder meer het werk van Andrew of St-Victor, de Glossa Ordinaria en de Midrash.

De Historia scholastica werd door Jacob van Maerlant bewerkt en vertaald in het Middelnederlands in zijn Rijmbijbel.