Dit artikel gaat in op de kwestie van Intracerebraal hematoom, een aspect dat tegenwoordig van groot belang is. Vanaf het ontstaan tot aan de invloed ervan op de hedendaagse samenleving heeft Intracerebraal hematoom op meerdere gebieden een fundamentele rol gespeeld. Door de geschiedenis heen is Intracerebraal hematoom het voorwerp geweest van studie en analyse, waardoor we de evolutie ervan en de impact ervan op verschillende gebieden konden begrijpen. Op dezelfde manier blijft de relevantie ervan vandaag de dag nog steeds duidelijk, wat leidt tot debatten en reflecties over het belang en de implicaties ervan. In deze zin is het essentieel om het fenomeen Intracerebraal hematoom in detail te analyseren, waarbij de verschillende facetten en de relevantie ervan in de huidige context worden onderzocht.
Een intracerebraal hematoom, in de volksmond vaak hersenbloeding genoemd, is een bloeding in de hersenen, ontstaan door een gebarsten bloedvat en komt slechts 20% bij CVA-gevallen (een beroerte) voor.[1] Met intracerebraal hematoom wordt meestal een spontane bloeding bedoeld, ze kan echter ook veroorzaakt worden door een verwonding. Behandeling en prognose verschillen. Over het algemeen geeft een hersenbloeding dezelfde symptomen als een herseninfarct, dat wil zeggen neurologische uitval in de vorm van halfzijdige verlammingen, spraakstoornissen, gezichtsvelduitval en gevoelsstoornissen. De uitval is afhankelijk van de plaats en de grootte van de bloeding. Omdat een hersenbloeding een verhoogde hersendruk kan geven door de massawerking kan de patiënt in coma raken, dit gebeurt zelden bij een herseninfarct.
Oorzaken zijn vooral aderverkalking, hoge bloeddruk (hypertensie) en hoge leeftijd. Daarnaast ontstaan sommige hersenbloedingen door een vaatmisvorming (aneurysma, angioom, arterioveneuze malformatie), hersentumoren, stoornissen van de bloedstolling (meestal door voorgeschreven bloedverdunners) en amyloïdangiopathie.
Niet alle hematomen binnen de schedel (intracranieel) liggen ook intracerebraal: zie ook subarachnoïdale bloeding, subduraal hematoom, epiduraal hematoom.
Vaak kan er niet direct iets gedaan worden aan een hersenbloeding. Bij bloedingen op sommige plaatsen, zoals de kleine hersenen (cerebellum), of onder sommige omstandigheden (achteruitgang van het bewustzijn bij een oorspronkelijk oppervlakkige bloeding in een van de hersenkwabben) kan er voor worden gekozen om de bloeding door een neurochirurg te laten opereren.
Als patiënten een hoge bloeddruk hebben of bloedverdunners innemen, kunnen er medicijnen worden gegeven om de bloeddruk te verlagen of het bloed weer beter te laten stollen. Daarnaast worden ze op een stroke unit opgenomen, zodat alle zorg rondom de patiënt goed wordt gecoördineerd en er snel kan worden ingegrepen bij achteruitgang.
Een hersenbloeding is een ernstige aandoening. Uiteindelijk overlijdt 80%. De kansen zijn het best voor jonge mensen, met kleine bloedingen en een helder bewustzijn. Oude mensen die door een grote bloeding in coma raken, overlijden zo goed als altijd.[bron?]