In de wereld van vandaag is Inzaai een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een breed spectrum van mensen. Of het nu gaat om de impact ervan op de samenleving, de economie, het milieu of de cultuur, Inzaai is een onderwerp dat niemand onverschillig laat. Door de jaren heen is er vanuit verschillende perspectieven over gedebatteerd, bestudeerd en geanalyseerd, wat eindeloze meningen, theorieën en ontdekkingen heeft opgeleverd. In dit artikel zullen we dieper ingaan op Inzaai en de verschillende facetten ervan verkennen, met als doel een alomvattende en verrijkende visie te bieden op dit onderwerp dat vandaag de dag zo relevant is.
Met inzaai wordt een begroeiing bedoeld die (door de mens) opzettelijk en ter plaatse is gezaaid. Hierbij kan men denken aan gewassen op akkers, percelen met groenbemesting en intensieve productiegraslanden. Vaak behoren ook faunaranden, gazons (vooral bermgazons) en pluktuinen tot inzaai.
Inzaai in siertuinen, gemeenteplantsoenen en bermen levert slechts zelden duurzame begroeiingen op. Dat komt meestal doordat de soorten die worden gezaaid alleen standhouden als het milieu aan hun standplaatseisen voldoen en die standplaatseisen ook behoud.
Soms wordt inzaai verward met vegetatie en/of aanplant. Bovendien kunnen deze begroeiingen ook door elkaar heen groeien. Bij aanplant is gekiemd plantmateriaal opzettelijk door de mens op een bepaalde plek aangebracht; bij inzaai is het als zaad opzettelijk door de mens gezaaid en dus niet verplaatst. Van vegetatie verschilt inzaai (alsmede aanplant) doordat de begroeiing zich spontaan heeft gevestigd (en dus niet is aangebracht door de mens). In een graanakker bijvoorbeeld, behoort het graan tot de inzaai, en de daarbij spontaan opkomende planten – de (akker)onkruiden – behoren tot de vegetatie.
In de meeste gevallen gaat het bij inzaai om gecultiveerd, uitheems en/of gebiedsvreemd zaad (in plaats van natuurlijk, inheems en autochtoon zaad). Dit gebeurt op zowel de grotere als de kleinere schaal. De ecologische waarde van gecultiveerd, uitheems en/of gebiedsvreemd zaad is zeer laag en veelal zelfs schadelijk voor de plaatselijke ecologie, in het bijzonder voor insecten.[1] In alle opzichten zijn wilde planten (die vaak 'onkruid' worden genoemd) beter voor het insectenleven dan de sierplanten die men inzaait.[2]
Een ander negatief aspect is dat wanneer gecultiveerde, uitheemse of gebiedsvreemde inzaai gaat verwilderen of gaat hybridiseren met de plaatselijke inheemse vegetatie, het plaatselijke ecosysteem hier last van ondervindt.
Wanneer inzaai van nectarbloemrijke soorten plaatsvindt die resistent zijn tegen pesticiden, bijvoorbeeld langs akkerranden van intensief gebruikte akkers, dan krijgen de insecten de pesticiden binnen door de bloemen te bezoeken.[3]