In de wereld van vandaag blijft Jozef Jan Tuerlinckx een onderwerp van grote relevantie en interesse voor een groot deel van de bevolking. In de loop van de tijd is Jozef Jan Tuerlinckx erin geslaagd in het middelpunt van de belangstelling van academici, professionals en amateurs te blijven, wat het belang en de impact ervan op verschillende gebieden van de samenleving aantoont. Door de geschiedenis heen is Jozef Jan Tuerlinckx het onderwerp geweest van talrijke studies, debatten en reflecties, wat heeft bijgedragen aan het verrijken van de kennis over dit onderwerp. In dit artikel zullen we enkele belangrijke aspecten met betrekking tot Jozef Jan Tuerlinckx onderzoeken, met als doel ons te verdiepen in de betekenis, de evolutie en de relevantie ervan vandaag de dag.
Jozef Jan Tuerlinckx (Mechelen, 2 november 1809 - aldaar, 6 februari 1873) was een Belgisch beeldhouwer en kunstdocent.[1]
Tuerlinckx volgde les aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten van Mechelen bij Pieter Jan Tambuyser en later ook bij Jan-Frans van Geel. Na zijn verhuizing naar Den Haag zou hij ook in de leer bij Louis Royer geweest zijn. Hij verbleef in Parijs tussen 1836 en 1838.
Rond 1844 vertrok hij naar Rome en verbleef er enige tijd. Hij maakte in die tijd de buste van paus Gregorius XVI. Werken van hem hangen in de Sint-Juliaan-der-Vlamingen kerk in Rome.
Bij zijn terugkeer in Mechelen ging hij aan de slag als leerkracht aan de Mechelse Academie in 1850. Hij werd opgenomen in de Amsterdamse Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in 1856.[2]
In tegenstelling tot wat wordt vermeld in de RKD-database, droeg Tuerlinckx niet de naam Bottemane. Het monument van Jacques Sturm in de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Kapellekerk (1845) is ondertekend door Tuerlinckx en diens jonge Belgische collega Félicien Louis Bottemane (of Bottemanne).
Van de hand van Jozef Jan Tuerlinckx is het standbeeld van Margaretha van Oostenrijk, dat voor de Sint-Romboutskathedraal van Mechelen staat.