Tegenwoordig is Kapoen een onderwerp dat een breed scala aan aspecten in de hedendaagse samenleving bestrijkt. Van de impact die het heeft op het leven van mensen tot de relevantie ervan in het professionele veld, Kapoen heeft bewezen een fundamenteel onderdeel te zijn in de ontwikkeling en evolutie van verschillende vakgebieden. Door middel van verschillende onderzoeken en studies is het mogelijk geweest om het belang dat Kapoen heeft in ons dagelijks leven te bevestigen, evenals de rol ervan bij het vormgeven van verschillende aspecten van de werkelijkheid. In dit artikel zullen we de verschillende benaderingen en perspectieven op Kapoen verkennen, waarbij we de invloed en relevantie ervan in de hedendaagse wereld analyseren.
Een kapoen is een gecastreerde haan. Omdat de castratie tot gewichtstoename en gestegen malsheid van het vlees leidt, worden kapoenen hoofdzakelijk voor de productie van delicaat kippenvlees gebruikt.
De eerste historische vermelding van kapoenen wordt omstreeks 162 v. Chr. gevonden. Nadat in Rome het vetmesten van hennen per wet (Lex faunia) verboden werd, begon men met het castreren van hanen, waarbij zich het gewicht van de dieren verdubbeld zou hebben.[1]
De kapoen (capuijn) was gedurende de middeleeuwen een veelgebruikt betaal- en ruilmiddel. Zo werd de cijns aanvankelijk vaak uitgedrukt in kapoenen.[2] Opvallend is het Italiaanse gebruik een kapoen aan de dorpspriester aan te bieden.[3] Ook in Limburg was het gebruikelijk kapoenen aan het kapittel aan te bieden, als deel van de jaarlijkse schatting. Deze kapoenen werden door de kanunniken tijdens het kerstfeest genuttigd.[4]
In Nederland en België is de castratie van hanen verboden, in verschillende andere Europese landen echter toegestaan. De verkoop van kapoenen is evenwel in heel Europa gepermitteerd. Volgens de EU-definitie moet een kapoen een dier zijn dat is gecastreerd voor de seksuele volwassenheid en na de castratie minimaal 77 dagen is vetgemest.[5] Volgens Amerikaanse richtlijnen uit 1922 moeten de dieren worden gecastreerd tussen de 6 en de 18 weken (gewicht 500 tot 1500 gram, afhankelijk van het ras). Het slachtgewicht kon 5500 gram bedragen.[6] Er is in de jaren 50 van de twintigste eeuw ook gebruikgemaakt van chemische castratie door middel van oestrogeenpellets ingebracht onder de huid van de nek, maar deze praktijk is inmiddels verboden.
De castratie bij hanen heet "kapoeneren". In de middeleeuwen was het begrip "hanen lubben" gebruikelijk, evenals "lubber" voor het beroep van castreur. Een geoefend castreur kan tot 200 castraties per uur uitvoeren.
De castratietechniek wordt bepaald door de typische anatomie van mannelijke vogels, waarbij de teelballen zich in de retroperitoneale ruimte, dat wil zeggen aan de rugzijde buiten de buikholte, naast de nieren bevinden.
Het vlees van gecastreerde hanen wordt gewaardeerd vanwege de malsheid, die veroorzaakt wordt door een toename van het vet in de spieren (overigens zonder toename van overige vetgehalte). Doordat ook de agressie tussen de gecastreerde dieren afneemt is het mogelijk grote groepen hanen bij elkaar vet te mesten. De kapoen is in België, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en op het Iberisch Schiereiland een traditioneel feestgerecht en wordt vooral in de decembermaanden bij speciale gelegenheden genuttigd. In Nederland worden kapoenen bij minimale afzetmarkt vrijwel niet aangeboden.
De traditie om met Kerstmis een kalkoen te nuttigen komt voort uit het traditionele gebruik van een kapoen. Aangezien een kapoen een vrij dure vleessoort was en een kalkoen op zeer gelijkaardige wijze kan worden bereid, is in de loop van de 20ste eeuw de gewoonte ontstaan op Kerstavond of Kerstdag kalkoen te eten.
De door het wegvallen van de testosteronproductie veroorzaakte veranderingen bij de haan zijn
In een van de eerste en beroemdste experimenten der endocrinologie door Arnold Adolf Berthold in 1848 bewees hij de aanwezigheid van hormonen, door de reactie van hanen op castratie en het later opnieuw implanteren van teelbalweefsel. Deze hanen verloren na de eerste operatie genoemde kenmerken, die na de tweede operatie terugkeerden.[8]
Wereldwijd bestaan grote verschillen in de productie van kapoenen, ook binnen Europa. Terwijl in Nederland en Duitsland de hanencastratie door de wetgeving niet mogelijk is, worden in Italië jaarlijks circa 800.000 kapoenen gefokt. Er wordt in de pluimveeteelt en landbouwwetenschap een potentiële rol gezien voor de hanencastratie om de vernietiging van mannelijke eendagskuikens van legkippen te vermijden.[9]