In de wereld van vandaag is Kiemgroente een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een breed spectrum van de samenleving. Of het nu op persoonlijk, professioneel of academisch niveau is, Kiemgroente heeft de aandacht getrokken van miljoenen mensen over de hele wereld. Het is een fenomeen dat heeft geleid tot debat, reflectie en analyse in meerdere disciplines, wat zowel enthousiasme als bezorgdheid heeft gewekt. Om licht te werpen op Kiemgroente en de impact ervan op ons dagelijks leven, zullen we in dit artikel de verschillende facetten ervan onderzoeken, de oorsprong en evolutie ervan onderzoeken en de mogelijke implicaties die het heeft voor de toekomst analyseren.
Kiemgroente, ook wel kersgroente (Engels: cress of cressen), kiemen, spruiten of spruitgroente is groente die als kiemplantje (met de eerste twee blaadjes) wordt geoogst en gegeten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kiemgroenten en spruitgroenten, waarbij kiemgroente in het licht wordt geteeld, in tegenstelling tot spruitgroente (zoals taugé en luzerne (alfalfa)); kiemgroenten die door teelt in de duisternis wit blijven.
De bekendste soort kiemgroente is tuinkers. Andere soorten zijn broccolikers, fenegriekkers, rode koolkers, rucolakers, radijskers, mosterdkers en Chinese bieslookkers. Ook de kiemen van sommige bloemen zoals de zonnebloem kunnen geconsumeerd worden. Kiemgroenten bevatten veel vitaminen en mineralen. Ook bevatten de kiemplantjes veel anti-oxidanten. Kiemgroenten zijn culinair interessant door de veelal krachtige kruidige smaak. Thuiskweek gebeurt vaak met kweekbakjes, kweekpotten of op vochtig keukenpapier.
Tijdens de EHEC-uitbraak in 2011 werd gewezen naar zaden voor kiemgroente als bron van besmettingen.