Kinderspelen

In de wereld van vandaag blijft Kinderspelen een onderwerp van grote relevantie en interesse. Door de geschiedenis heen heeft Kinderspelen een aanzienlijke impact gehad op verschillende aspecten van de samenleving, cultuur en het dagelijks leven. In dit artikel zullen we het belang van Kinderspelen in detail onderzoeken, evenals de invloed ervan op verschillende gebieden. Vanaf zijn oorsprong tot zijn evolutie vandaag de dag heeft Kinderspelen eindeloze debatten, onderzoek en reflecties gegenereerd die hebben bijgedragen aan het verrijken van onze kennis over dit onderwerp. Door middel van een diepgaande en doordachte analyse zullen we proberen licht te werpen op de meest relevante aspecten van Kinderspelen en de relevantie ervan in de hedendaagse wereld.

Kinderspelen
Kinderspelen
Kunstenaar Pieter Bruegel de Oude
Jaar 1560
Techniek Olieverf op hout
Afmetingen 118 × 161 cm
Museum Kunsthistorisches Museum
Locatie Wenen
RKD-gegevens
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Kinderspelen is een schilderij uit 1560[1] van de Vlaamse schilder Pieter Bruegel de Oude. Het genrestuk, waarop meer dan tachtig verschillende kinderspelletjes te zien zijn, vormde waarschijnlijk een reeks met De strijd tussen Vasten en Vastenavond en De spreekwoorden, andere 'wemelbeelden' waarmee het eenzelfde formaat deelt. Het wordt gezien als een conversatiestuk dat via herkenbare ervaringen een geleerd gesprek op gang kon brengen. Het diende ook als morele spiegel, niet om de kinderlijke onschuld tot voorbeeld te stellen, maar eerder als bevraging of de volwassen kijkers hun tijd wel nuttiger doorbrachten.

Technische beschrijving en geschiedenis

Het werk is een olieverfschilderij op eikenhout en is 118 cm hoog en 161 cm breed.[2] In 1594 kwam het in bezit van aartshertog Ernst van Oostenrijk.[2] Het werd door de Vlaamse kunstschilder Karel van Mander in zijn Schilder-boeck uit 1604 omschreven als een stuk "van allerley spelen der kinderen".[3] Vandaag de dag bevindt het werk zich in het Kunsthistorisches Museum in Wenen.

Voorstelling

Het schilderij biedt de hedendaagse toeschouwer een schat aan grotendeels verloren gegane informatie over spelletjes en vormen van vermaak waaraan Europese kinderen in de 16e eeuw plezier beleefden. Er worden meer dan tachtig verschillende kinderspelletjes getoond die vroeger in de Lage Landen werden gespeeld. Ze vinden plaats op een plein in een stad aan een rivier. We zien bijna 230 kinderfiguren en één volwassen persoon (een vrouw die een emmer water over twee jongens kapt - zie nr. 75). Sellink ontwaart ook volwassenen onder de spelende personen.

Lijst van spelen

Victor de Meyere, daarin bijgevallen door Sandra Hindman, ontwaarde 91 verschillende spelletjes en bezigheden in het schilderij. Het overzicht hierna correspondeert met de nummering in de onderstaande afbeelding (begin linksonder).

Nummer Afbeelding Spel
1 Bikkelen
2 Speelpop
3 Poppenhuisje
4 Altaarspel, priestertje spelen
5 Uil en uilenkot
6 Spuitebus
7 Maskerspel
8 Schommelen
9 Drilnoot, draaimolentje maken van (noten)schelpen
10 Zeepbellen blazen en biezenhoed
11 Spelen met een (tamme) vogel
12 Klater, rammelaar, teerlingtopje
13 "Steentje, steentje om het been" (paard- of hondvormige steen aan poort gebonden)
14 Doop, doopstoet
15 Blindemannetje
16 Kinderstoel
17 Paar of onpaar, noten-patoten, laten raden hoeveel voorwerpen men in de hand heeft (cf. morra)
18 Stokpaardje
19 Koele-koelemeien, kakkekoelemeien, kakkestoelemeien; jezusken in 't kapelleke, zeteltje, engeltje dragen
20 Trommel en fluit
21 Brij roeren, in een drol poken
22 Hoepel rollen
23 Rinkelhoep
24 Door 't bomgat roepen
25 Schommelen, kistje-weegaard doen, wippen op een ton
26 Varkensblaas opblazen
27 Bofkonten, wiegewagen, jonassen, kontje dossen
28 Bok, bok sta vast; scheer, hamer en mes; bok hoeveel horens
29 Winkeltje spelen, pigmentverkoopster, baksteen fijnschrapen (boven Bruegels signatuur)
30 Mesje-steek, het mes slaan, zandhappertje (de verliezer moet het mes met zijn tanden uittrekken)
31 Metselen, een waterput maken
32 Haartje-pluk, aan de haren trekken
33 Torren vangen, vliegen slaan
34 Duivekater
35 't Blindemannetje ronddragen, heven, mannetje tillen
36 Haasje-over
37 Touwtrekken, trekken over de lijn of over de steen, riemtrekken te paard
38 Spitskar, rijschenkelen, door schoppende benen lopen (cf. spitsroeden lopen)
39 Zichzelf in een knoop leggen, tabak rollen, kopje duikelen
40 Handstand, perenboom staan, hille billen
41 Koprol
42 Over het hek klauteren
43 Paardje rijden op het hek
44 Bruid en bruidegom spelen, rozen- en klaprozenblaadjes strooien over een bruidsstoet
45 Blindpotten, blind ei slaan, piñata
46 Steltlopen (laag)
47 Blindenhoedje met slofkentrek, vluchten, zagjagen, brooiken-bijt
48 Hoopjes schieten, walnoten werpen
49 Ronddraaien, dansen
50 Steltlopen (hoog)
51 Balk, rekturnen
52 Een bezem balanceren
53 Kalfje vet, zakdragen
54/55 Draaitol (werptol, kapnon / zweeptol, drijftol, kletsnon)
56 Wie zit er in mijn blauwe toren? Wie zal ik kiezen?
57 Klepbord, ratelen
58 Steekspel, tornooien
59 In het zand spelen, putjes graven en kastelen bouwen
60/61 De berg is mijn
62 Rokken laten zwieren, boeffen maken, aaien en blaaien, molen spelen
63 Boomklimmen
64 Zwemmen met varkensblaas
65 Pootje baden
66 Zwemmen van de kant
67 Na het baden
68 Muurtje-bots, bocce, leren ballen zo dicht mogelijk bij de kleine bal gooien
69 Plassen
70 Kootspel, kotenspel, vorm van kegelen
71 Klinkerdspel, klink slaan, estafette lopen
72 Knikkeren, putjes stekken, negenpetten
73 Katje, katje koningstoeltje, de onttroonde koning, duivel aan een koord, twee aan een koord (rollenspel)
74 Tegen het kelderluik oplopen
75 Vechten, worstelen (een vrouw kapt water op de vechters)
76 Hoed op een stok draaien
77 Processie spelen
78 Rattenstaart, zwaan-kleef-aan, Hansje sjokken (rollenspel)
79 Portier spelen, bezoek ontvangen
80 Nalopertje, eerste mannetje achterna, katje jagen
81 Iemand van de bank duwen
82 Paardje, koetje, kalfje; paardrijden in de nek
83 Balletje steken; duike duike reve; stom-en-ambacht
84 Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen
85 Vuurtje stoken
86 Takkenbossen dragen voor het vuur
87 Fakkel dragen
88 Aan de deur zingen
89 Wandelen
90 Wimpel uithangen, papieren lint laten wapperen
91 Korven langs een koord doen bewegen (Sint-Niklaasmanden met roede en schoenen?)

Zie ook

Literatuur

  • Victor de Meyere, De Kinderspelen van Pieter Bruegel den Oude verklaard, Antwerpen, 1941
  • Walter S. Gibson, Bruegel, 1977, p. 65-89
  • Sandra Hindman, "Pieter Bruegel's Children's Games, Folly, and Chance", in: The Art Bulletin, 1981, nr. 3, p. 447-475
  • Jean-Pierre Vanden Branden, "Les jeux d'enfants de Pierre Bruegel", in: Philippe Ariès en Jean Claude Margolin, Les jeux à la Renaissance, 1982, p. 499-525
  • Edward Snow, Inside Bruegel. The Play of Images in Children's Games, 1987. ISBN 9780865475274
  • Manfred Sellink, Bruegel. Het volledige werk, 2011, p. 153
  • Amy Orrock, "Homo ludens: Pieter Bruegel's Children's Games and the Humanist Educators", in: Journal of Historians of Netherlandish Art, 2012, nr. 2. DOI:10.5092/jhna.2012.4.2.1
Zie de categorie Kinderspelen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.