In de wereld van vandaag is Klerenmot een onderwerp dat op verschillende gebieden van de samenleving aan relevantie heeft gewonnen. Het belang van Klerenmot is steeds duidelijker geworden in het dagelijks leven, met zowel persoonlijke als professionele gevolgen. Vanaf het begin tot op de dag van vandaag is Klerenmot onderwerp van belangstelling en debat geweest, waardoor tegenstrijdige meningen zijn voortgekomen en de belangstelling van zowel deskundigen als burgers is gewekt. In dit artikel zullen we het fenomeen Klerenmot en de invloed ervan op verschillende aspecten van het moderne leven grondig onderzoeken, waarbij we de evolutie, impact en mogelijke implicaties ervan voor de toekomst analyseren.
Klerenmot | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Imago | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Tineola biseliella (Hummel, 1823) | |||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||
Larve | |||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||
Klerenmot op ![]() | |||||||||||||||
|
De klerenmot of kleermot[1] (Tineola bisselliella) is een nachtvlinder uit de familie Tineidae, de echte motten.
De spanwijdte van de vleugels bedraagt 11 tot 15 millimeter.[1] De vlinder is lichtbruin van kleur. De rups is wittig, met een bruine kop en 7–9 mm lang.[2]
Van nature leeft de rups van de kleermot in oude vogelnesten en holen van zoogdieren, of wespennesten. De rupsen leven ook binnenshuis en eten van verschillende soorten organische materialen zoals wol, haar, bont, leer, veren en zijde, katoen en linnen maar ook plantaardig voedsel.[1] Het vrouwtje legt 50-90 eieren, meestal op de plaats waar ze zelf is uitgekomen.[2] De larve maakt een beschermend buisje van zijde en vezels dat bedekt wordt met afval en uitwerpselen.[1]
Hij vliegt in mei tot september maar met een langer seizoen in verwarmde gebouwen. Hij kan buiten in gematigde streken niet overleven.[1] De centrale verwarming heeft de kleermot in staat gesteld om zijn verspreidingsgebied te vergroten en tot wel vier generaties per jaar te produceren.[1]
De klerenmot komt in Nederland en België niet in de vrije natuur voor, maar leeft slechts binnenshuis. Oorspronkelijk komt deze soort uit warmere streken en heeft zich rond de 18e eeuw hier gevestigd. De soort neemt om verschillende redenen steeds verder af in West-Europa.