In de huidige context is Knutten op verschillende gebieden een terugkerend gespreksonderwerp geworden. De relevantie en impact ervan hebben geleid tot brede belangstelling en debat onder deskundigen en de samenleving in het algemeen. Dit artikel heeft tot doel verschillende aspecten met betrekking tot Knutten te analyseren en te onderzoeken, waardoor een alomvattende visie wordt geboden waarmee lezers het belang en de reikwijdte ervan volledig kunnen begrijpen. Langs deze lijnen zullen verschillende perspectieven en benaderingen worden besproken, met als doel een complete en verrijkende visie op Knutten te bieden. Zonder twijfel zal deze lezing interessant en nuttig zijn voor iedereen die geïnteresseerd is in een beter begrip van dit opwindende onderwerp.
Knutten | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||
Culicoides sonorensis | |||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Familie | |||||||||||
Ceratopogonidae Newman, 1834 | |||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||
Knutten op ![]() | |||||||||||
(en) World Register of Marine Species | |||||||||||
|
De knutten of knutjes (Ceratopogonidae) vormen een familie van muggen uit de orde tweevleugeligen (Diptera). Ze worden ook knaasjes, knijten (Vlaanderen), knozels (Zuid-Nederland), mietsen (Noord-Nederland), mampieren (Suriname)[1] of meurzen (Nieuwkoop) genoemd, en soms ook zandvliegjes, een benaming die in vaktaal echter op soorten uit de familie motmuggen, of op de onderfamilie van de zandvliegen slaat. Wereldwijd komen er 5989 beschreven soorten voor.[2]
Deze zeer kleine steekvliegjes zijn slechts 1 tot 4 millimeter. Ze hebben korte poten, donkere vlekjes op de vleugels en stekende monddelen.
De larven leven in zeer vochtige omstandigheden zoals plasjes water in boomstronken, in bladoksels of in oppervlaktewater. Veel soorten zijn belangrijk als bestuiver van planten, ook voor voedselgewassen van de mens zoals cacao.
Net als steekmuggen zuigen de vrouwtjes bloed van gewervelden, waaronder de mens, voor hun eieren. Hun beet kan een hevige jeuk veroorzaken. Een aantal soorten is door dit steekgedrag verspreider (vector) van een aantal ziekten die veroorzaakt worden door bacteriën, parasitaire wormen en virussen. Knutten zijn onder andere verantwoordelijk voor de verspreiding van de ziekte blauwtong onder herkauwers. Knutten kunnen verder het Schmallenbergvirus bij zich dragen.[3] Dit virus kan ziekte en misvorming van jongen bij verschillende soorten vee veroorzaken. Er zijn ook knuttensoorten die uitsluitend parasitair leven op andere, grotere insecten.
Knutten vertonen zich zelden in de volle zon maar in de schaduw en aan het einde van de dag als de zon laag staat kunnen knutten bij weinig wind zeer hinderlijk zijn. Wat enigszins helpt is goed bedekken van het lichaam en in beweging blijven; ze worden alleen door fijn muskietengaas tegengehouden. Omdat ze vooral overlast veroorzaken als er weinig wind staat, werkt een ventilator ook. Smeersels en (etherische) oliën hebben weinig tot geen effect. De larven van knutten kunnen in de natuur voorkomen in dichtheden van 700 per vierkante meter.[4] In een vochtige omgeving is structureel alleen wat aan overlast van knutten te doen door enerzijds het water waar mogelijk te laten stromen en anderzijds de natuur de ruimte te geven, zodat natuurlijke vijanden zo veel mogelijk kans hebben.
Knijten komen voor in uitdrukkingen als "Ik snap er geen knijt van", waar het als synoniem voor zier geldt.[5]
De volgende taxa worden bij de familie ingedeeld:
In Nederland zijn 110 soorten uit deze familie inheems[6][7]