In de wereld van vandaag is Landingsvaartuig een zeer relevant onderwerp geworden. Met een aanzienlijke impact op verschillende aspecten van de samenleving heeft Landingsvaartuig de aandacht getrokken van talloze experts en wetenschappers die de invloed en implicaties ervan proberen te begrijpen. Vanaf zijn opkomst tot nu heeft Landingsvaartuig debatten, discussies en reflecties gegenereerd op verschillende gebieden, waaronder politiek, economie, cultuur en technologie. In dit artikel zullen we het fenomeen Landingsvaartuig diepgaand onderzoeken, waarbij we de oorsprong, de huidige ontwikkelingen en mogelijke toekomstige trends analyseren.
Een landingsvaartuig is een klein vaartuig, bedoeld om materieel en personeel van transportschepen naar de wal te vervoeren, vaak als onderdeel van een amfibische landing.
Landingsvaartuigen zijn veelal open schepen. Ze zijn voorzien van een motor en kunnen op eigen kracht korte afstanden afleggen, meestal van schepen voor de kust naar het strand. De vaartuigen zijn redelijk rechthoekig met een vlakke bodem. De geringe diepgang en de vlakke bodem maken het zeer geschikt om het strand op te glijden. Een klep in de boeg wordt neergelaten waardoor de militairen snel het vaartuig kunnen verlaten. Kleine voertuigen kunnen ook worden meegevoerd en deze kunnen ook over de klep rijdend het vaartuig verlaten.
Er zijn verschillende typen afhankelijk van het gebruik of de lading die wordt meegenomen.
LCU's worden vervoerd in het inwendige dok van gespecialiseerde transportschepen en LCVP's ook wel in davits.
Enkele marines kennen ook luchtkussenvaartuigen.
Het landingsvaartuig moet niet verward worden met het landingsschip (ook wel aangeduid met amfibisch transportschip). De vaartuigen kunnen niet over land rijden, hiervoor is het amfibievoertuig ontwikkeld zoals de DUKW.
LCC 60 was het eerste Amerikaanse landingsvaartuig bij de landing op D-day op Utah Beach onder commando van de Amerikaanse luitenant Howard Vander Beek, zoon van een Nederlandse immigrant. De vlag die op deze dag werd gevoerd werd in 2016 aangekocht door de Nederlandse kunstverzamelaar Bert Kreuk die de vlag in bruikleen gaf aan het Nationaal Militair Museum.[1]