Dit artikel gaat in op het onderwerp Landklimaat, dat op verschillende gebieden tot wijdverbreide belangstelling en discussie heeft geleid. Landklimaat is een concept dat de afgelopen jaren aan relevantie heeft gewonnen en grote nieuwsgierigheid heeft gewekt in de huidige samenleving. Langs deze lijnen zullen de verschillende grenzen en perspectieven rondom Landklimaat worden onderzocht, evenals de impact ervan in verschillende contexten en situaties. Zowel de positieve als de negatieve aspecten ervan zullen worden geanalyseerd, om een volledige en evenwichtige visie op dit onderwerp te bieden. Daarnaast zullen meningen van deskundigen uit het veld worden gepresenteerd en zullen specifieke gevallen worden onderzocht die het belang van Landklimaat vandaag de dag illustreren.
Een landklimaat of continentaal klimaat is een klimaat dat wordt gekenmerkt door extreme temperaturen in zowel de zomer als de winter, in tegenstelling tot een zeeklimaat.
Gebieden met dit type klimaat liggen in de regel ver landinwaarts, waar de matigende invloeden van oceanen zeer klein zijn. Doordat de relatief droge landoppervlakken makkelijk opwarmen en afkoelen worden de temperaturen in de zomer extreem hoog, en in de winter extreem laag.
Volgens de klimaatclassificatie van Köppen is het landklimaat een D-klimaat, eventueel nader aan te duiden als Df, Dw, of Ds-klimaat.
Het landklimaat komt alleen maar voor op de op het noordelijk halfrond gelegen Euraziatische landmassa en Noord-Amerika. Voorbeelden van landen met een landklimaat zijn: Rusland, Oekraïne, Kazachstan, Mongolië, de Verenigde Staten, Canada en Armenië.
De warme en gematigde landklimaten (D.a en D.b) worden tezamen ook wel aangeduid als de vochtige continentale klimaten. De gematigde landklimaten (D.b) worden ook wel hemiboreale klimaten genoemd: halfweg tussen de warm-gematigde (D.a) en de boreale (D.c en D.d) klimaten.
Dfc, Dwc, Dfd en Dwd worden ook wel subarctische klimaten, subpolaire, boreale of taigaklimaten genoemd. Dfd en Dwd-klimaten komen alleen voor in het noorden van Oost-Siberië in de regio waar Verchojansk en Ojmjakon liggen, waar de temperaturen kunnen dalen tot −70 °C
De Dsa- en Dsb-klimaten zijn vrij zeldzaam en worden ook wel mediterrane landklimaten of mediterraan-continentale klimaten genoemd. Voorbeelden zijn de hooglanden van Anatolië en een klein deel van de Spaanse Hoogvlakte.