Het thema van Maria van Pallaes heeft de aandacht getrokken van veel mensen over de hele wereld. Vanwege zijn relevantie in de moderne samenleving is Maria van Pallaes het onderwerp geweest van debatten, discussies en onderzoek. Van de impact ervan op het dagelijks leven tot de invloed ervan op cultuur en politiek, Maria van Pallaes heeft bewezen een onderwerp van groot belang en diversiteit te zijn. Naarmate de meningen en perspectieven over Maria van Pallaes zich blijven ontwikkelen, is het belangrijk om alle facetten van dit onderwerp te verkennen en te begrijpen om een geïnformeerde mening te vormen. In dit artikel duiken we in de wereld van Maria van Pallaes om de verschillende aspecten ervan te onderzoeken en het belang ervan in de wereld van vandaag te ontdekken.
Maria van Pallaes (Utrecht, 1587 – Utrecht, 23 oktober 1664) was de stichteres van de fundatie van Maria van Pallaes in Utrecht.
Maria van Pallaes was een dochter van Lubbert Jansz. van Pallaes (overleden in 1610) en Maria Johansdr. van Reede (overleden in 1649).
Maria van Pallaes trouwde op 11 januari 1606 in Utrecht met Hendrick van Schroyesteijn, advocaat bij het Hof van Utrecht. Ze woonden onder meer in de Snippenvlucht en het Oudkerkhof. Uit hun huwelijk werden vier zoons en twee dochters geboren. Maria van Pallaes overleefde haar echtgenoot (overleden in 1630) en haar zes kinderloze kinderen.
Aangezien Maria van Pallaes geen kleinkinderen had, besloot zij haar vermogen aan de armenzorg te besteden. In haar testament van 1656[1] nam zij bepalingen op inzake het beheer van een huis en twaalf kameren (Kameren Maria van Pallaes) aan de noordzijde van de Agnietenstraat, bestemd voor de bewoning door arme mensen. De opbrengst van het onroerend goed dat zij bezat diende te worden gebruikt voor het onderhoud van het huis en de kameren en voor de jaarlijkse uitdeling van preuves aan de bewoners. In de jaren daarna maakte ze nog diverse codicillen.
De Utrechtse kunstschilder Hendrick Bloemaert vervaardigde in 1657 een schilderij, de 'Uitdeling aan de armen door Maria van Pallaes', waarin zij ter hoogte van de Kameren Maria van Pallaes zit te midden van haar overleden kinderen Livinius, Hendrick, Margaretha, Adriana en Lubbertus. Het schilderij bevindt zich in de collectie van het Centraal Museum in Utrecht.
In 2015 werd nabij de Kameren Maria van Pallaes een lantaarnconsole onthuld ter ere van deze Utrechtse weldoenster.