Tegenwoordig is Mijn (explosief) een zeer relevant en actueel onderwerp dat mensen van alle leeftijden en culturen aangaat. Steeds meer mensen zijn geïnteresseerd in het leren kennen van Mijn (explosief) en het begrijpen van de impact ervan op de moderne samenleving. Vanwege het belang ervan is het van cruciaal belang om Mijn (explosief) verder te bestuderen om de implicaties en mogelijke oplossingen ervan te begrijpen. In dit artikel zullen we verschillende perspectieven op Mijn (explosief) onderzoeken en hoe dit ons dagelijks leven beïnvloedt. Daarnaast bespreken we de mondiale implicaties en mogelijke maatregelen die kunnen worden genomen om deze uitdaging aan te pakken.
Een mijn is een wapen met de specifieke eigenschap dat het ontploft bij een 'aanraking' of bij nadering. Dit wil zeggen dat een sensor zal registreren dat het toestel met iets in contact komt. Dit is meestal een simpele drukknop, maar mijnen kunnen ook zijn uitgerust met magnetische sensoren of trillingssensoren, die de nabijheid van voer- of vaartuigen detecteren. Voor de ontploffing dient de mijn geladen te zijn met een voldoende hoeveelheid explosief materiaal dat door een mechanisme tot ontploffing wordt gebracht bij een aanraking. Mijnen kunnen worden onderverdeeld in landmijnen en zeemijnen.
Van oorsprong is de naam afgeleid van het ondermijnen van een versterking, die door mineurs aangelegd werd en tot ontploffing werd gebracht.[1] Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft het woord uitsluitend nog betrekking op compleet gemonteerde explosieven die kunnen worden verborgen en die zelfstandig worden geactiveerd.
Er bestaan twee grote groepen van mijnen:
Combinaties van verschillende werkingsmechanismen komen ook voor. Moderne invloedsmijnen kunnen zelfs reageren op het schroefgeruis van een specifiek type schip óf een aantal schepen ongehinderd laten overvaren, voordat ze tot ontploffing komen.
Dit gebeurt op verschillende manieren.
Reeds in 1980 werden in Protocol II van de Conventie over bepaalde conventionele wapens beperkingen afgesproken inzake landmijnen en boobytraps. Het Protocol werd in 1996 uitgebreid, maar omdat dit geen volledig verbod inhield, besloot een groep landen verder te gaan. In 1997 tekenden 127 landen het Verdrag van Ottawa, dat een verbod inhoudt op gebruik, productie en overdracht van antipersoneelsmijnen. Ook Nederland en België ondertekenden dit verdrag. Een aantal landen hebben het verdrag (nog) niet ondertekend, dit zijn o.a. Rusland, China, Irak, Iran, Cuba, de Verenigde Staten, India en Israël.