In dit artikel zullen we Moreel en de relevantie ervan in de huidige context grondig onderzoeken. Sinds zijn opkomst heeft Moreel de aandacht van veel mensen getrokken vanwege de impact ervan op verschillende gebieden. Door de jaren heen is Moreel geëvolueerd en aangepast aan de veranderende behoeften van de samenleving, waardoor het een onderwerp van constante belangstelling is geworden. Met dit onderzoek willen we het begrip van Moreel en de invloed ervan op verschillende gebieden vergroten, en de rol ervan in het heden en de toekomst analyseren. Door meerdere perspectieven en betrouwbare bronnen te verkennen, hoopt men een alomvattend en verrijkend beeld te geven van Moreel en het belang ervan vandaag de dag.
Moreel is de geestesgesteldheid, geestelijke weerbaarheid, moed, werkkracht of strijdlust die in moeilijke omstandigheden door een individu of groep wordt getoond. Moreel betekent zedelijke kracht, zedelijke moed, zelfvertrouwen of de wil om door te zetten.
Moreel als zelfstandig naamwoord is niet hetzelfde als moraal, dat zedenleer betekent. Onder invloed van het Frans wordt dit onderscheid soms over het hoofd gezien. Voornamelijk in de wielersport wordt in het jargon van de coureurs en de sportjournalisten de term moraal wel gebruikt in dezelfde betekenis als moreel. In de woordenboeken wordt dit gebruik niet, in de literatuur wel afgekeurd. Aangezien moraal in deze betekenis niet algemeen is en alleen in een beperkte groepstaal voorkomt, wordt er aangeraden de betekenissen uit elkaar te houden. Moreel als bijvoeglijk naamwoord hoort wel ook bij moraal'.
Moraal is in de zestiende eeuw via het Franse morale ontleend aan het Latijnse moralis. Aanvankelijk werd het in het Nederlands als zelfstandig naamwoord (zedenleer, zedenles) en als bijvoeglijk naamwoord (zedelijk) gebruikt. Naast moraal is later de vorm moreel, met een gewijzigd achtervoegsel, in gebruik gekomen. Deze vorm heeft het bijvoeglijk naamwoord moraal geheel verdrongen (morele verplichting) en ook het zelfstandig naamwoord in de betekenis zedelijke kracht.