Motorenfabriek Thomassen De Steeg

Uiterlijk naar zijbalk verplaatsen verbergen Thomassen De Steeg in of kort voor 1928

Motorenfabriek Thomassen De Steeg was een fabriek in het Gelderse De Steeg die meer dan 100 jaar heeft bestaan. Gedurende die tijd zijn er velerlei machines en motoren ontwikkeld en gebouwd. De onderneming is aan het einde van de 20e eeuw gesplitst in vijf zelfstandige ondernemingen. Drie van deze ondernemingen voeren nog de naam Thomassen als deel van hun bedrijfsnaam.

Ontstaan

Een van de zonen van molenaar en stoomwerktuigenfabrikant Willem George Frederik Thomassen (Rheden, 1803 – Linschoten, 1881), Geurt (Arnhem, 1837-1928), begon in 1883 een smederij en reparatiewerkplaats in de Rodenburgstraat in Arnhem. De eerste werkzaamheden van het bedrijf hadden te maken met windmolens en met de spoorwegen. De door hem ontwikkelde machine voor het scherpen van molenstenen werd aan molenaars in heel Nederland geleverd, gevolgd door complete maalinrichtingen, vaak inclusief een stoominstallatie. In 1892 verhuisde het bedrijf naar een groter pand in de Weerdjesstraat in Arnhem en werd daar in 1893 voortgezet onder de naam Thomassen & Co.. Als compagnon trad Pieter Willem van Rossem een tiental jaren op. In het nieuwe bedrijf kwam twee neven van Geurt Thomassen, Willem George Frederik (Frits) Thomassen (1879) en Gerrit (de broer van Frits) te werken. Men startte met de vervaardiging van petroleummotoren, eerst mede als vertegenwoordiger van het Britse National Gas Engine. Rond 1900 volgden gasmotoren. In 1897 werkten er circa 18 arbeiders, een aantal dat redelijk snel toenam tot 120 in 1919, mede dankzij de successen bij de export van motoren waarmee in 1909 werd gestart. De oprichter en naamgever verliet in 1910 het bedrijf, het stond daarna tot 1925 onder leiding van O. Gunning met Frits Thomassen als mededirecteur.

Groei

In 1922 vond de verhuizing naar De Steeg (Gelderland) plaats. Daar verkreeg het bedrijf een aaneengesloten terrein van ruim 10 ha met eigen spooraansluiting en volop de ruimte om verder te groeien. Maar de verwerving en nieuwbouw bracht een drukkende schuldenlast teweeg, waarbij de Bataafse Petroleum Maatschappij de helpende financiële hand toestak, in ruil voor een aanzienlijk belang. In de jaren dertig viel de afzet ver terug, in 1930 werden 170 van de 440 werklieden ontslagen, het jaar daarop nog eens 80, uiteindelijk bleven 190 werklieden over. Het wegvallen van het traditionele orderpakket werd deels gecompenseerd door het maken van bussen, onder meer in automobielcilinders, en tandradpompjes voor de kunstzijde-industrie. De wederopbouw bracht weer een grote opbloei. Midden jaren vijftig telde Thomassen een 700 werknemers. Dezen werkten grotendeels, een 80%, voor de export.

Producten

Motoren Begonnen met de verkoop van Engelse “National” motoren, ontwikkelde Thomassen eigen gas- benzine- en dieselmotoren. De eerste motor werd in 1896 geproduceerd, de laatste in 1982. Vermogens gingen van 0,5 tot 3000 pk. Thomassen heeft samengewerkt met het Deense Frichs en met Stork. Gasgeneratoren Om te voldoen aan de vraag naar brandstofgas voor gasmotoren ging Thomassen gasgeneratoren van het merk Simplex (Engels) en later Pierson (Nederlands, geproduceerd in Frankrijk) leveren. Thomassen ontwikkelde ook een eigen gasgenerator. In de oorlogsjaren 40-45, toen er geen benzine te krijgen was, werd dit product weer populair. De motoren zogen het gas zelf aan, vandaar de naam zuiggasgenerator. Zuigercompressoren Thomassen begon met het ontwikkelen van zuigercompressoren voor de Bataafse Petroleum Maatschappij (BPM, later Shell). De eerste compressor werd in 1921 afgeleverd. De productie van zuigercompressoren is zeer succesvol gebleken en vindt nog steeds plaats. De grootste compressoren nemen een vermogen op van meer dan 13.000 kW. Thomassen heeft een licentiehouder voor de zuigercompressoren in Japan; Mitsui Engineering & Shipbuilding. Er zijn meer dan 1500 compressoren afgeleverd. Centrifugaalcompressoren Op basis van een in 1955 verkregen licentie van Carrier te Syracuse (New York) (later Elliott) bouwde Thomassen zeer succesvol centrifugaalcompressoren voor de olie- en gasindustrie. Deze compressoren werden gemaakt voor de hoogste drukken die nodig zijn in kraakinstallatie of bij het werk op olie- en gasvelden die onder hoge druk staan. Wegens verslechtering van de markt trok Elliott in 1988 de licentieovereenkomst in. Howden Thomassen Compressors levert nog wel reservedelen en service voor centrifugaalcompressoren. Stoomturbines Eveneens onder licentie van Elliott werden vele kleine stoomturbines gebouwd. Deze eenvoudige stoomturbines spelen een belangrijke rol in de petrochemie, als aandrijvers of noodaandrijvers van pompen en ventilatoren, maar ook wel als startmachines van grote gasturbines. Later verkreeg Thomassen een licentie van General Electric voor het bouwen van grotere stoomturbines die veelal werden ingezet bij warmte-krachtcentrales (WKC) of bij Stoom- en gasturbinecentrales (STEG). Gasturbines Thomassen begon in 1958 met het bouwen van Westinghousegasturbines onder een licentieovereenkomst met Westinghouse. Toen deze overeenkomst wegens de fusie met RSV niet meer mogelijk was verkreeg Thomassen een licentie voor het bouwen van General Electric (GE) gasturbines. Deze overeenkomst heeft tot 1999 geduurd. In totaal heeft Thomassen 263 zware industriële gasturbines (Heavy Duty, HD) afgeleverd in vermogens tussen 11 MW en 125 MW. Vanaf 1985 begon Thomassen met de levering van LM gasturbines. Deze lichte machines voor Land en Marine zijn afgeleid van een vliegtuigmotor. Hoewel de machine zelf door GE in Amerika werd gebouwd, was Thomassen verantwoordelijk voor het gehele ontwerp en de bouw van de installatie ("packaging" genoemd), vaak een WKC met een stoomketel, een stoomturbine en een generator. Ook deze productie eindigde in 1999, na het leveren van 38 installaties in vermogens tussen 14 MW en 43 MW. Op de Heavy Duty gasturbines wordt nog steeds service verleend, door Ansaldo Thomassen in Rheden, Gld. De service op LM-gasturbines is door GE Energy Europe in 2015 verplaatst naar Brindisi, Italië. Jaknikkers Een belangrijk product voor Thomassen. Er zijn heden nog duizenden jaknikkers in bedrijf, vooral in Venezuela en Indonesië. De laatste jaknikker die in Nederland in bedrijf was is in 2014 verhuisd naar het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. In de jaren negentig werd de productie van deze machines gestaakt.

Tijdlijn

Externe links

Referenties