In de wereld van vandaag is Niflhel een onderwerp dat steeds meer relevantie en aandacht heeft gekregen. Of het nu vanwege de impact op de samenleving, de historische relevantie of het belang ervan voor de persoonlijke ontwikkeling is, Niflhel is een interessant onderwerp geworden voor mensen van alle leeftijden en achtergronden. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Niflhel onderzoeken, van de oorsprong tot de implicaties ervan vandaag de dag. We zullen de evolutie ervan in de loop van de tijd analyseren, de invloed ervan op verschillende gebieden en de mogelijke projecties voor de toekomst. Niflhel is een onderwerp dat ons aanzet tot reflectie, debat en diepgaande analyse, en daarom is het essentieel om al zijn dimensies te begrijpen.
Niflhel is in de Noordse mythologie het diepste punt van Niflheim, of Nevelrijk, de plaats waar Hel regeert. Hier staat de burcht van Hel, die tevens de naam Niflhel draagt. De ingang naar de burcht is een hol, Gnipahellir ofwel Rotshol, en wordt bewaakt door Garmr ofwel Janker, een hond. Níðhöggr zuigt hier ontzielde lichamen weg, in de buurt van Yggdrasils wortel, en er bevindt zich een bron, de Hvergelmir ofwel Ruisende Ketel, waaruit de Elivágar ontspringen.
Naglfar, of Nagelschip, ligt aan het Náströnd ofwel Lijkenstrand. Het is een schip dat gemaakt is van de nagels der doden, die door liefdeloosheid na de dood niet meer zijn geknipt. Op de dag van de ragnarök meert dit schip aan op de kust van Midgard, en trekken de doden ten strijde tegen de goden.
Deze doden zijn de zielen van hen die, bijvoorbeeld van ouderdom of ziekte, in bed gestorven zijn. Blij zijn zij niet met hun lot, zij wonen in Niflhel (de burcht) waar zij Hel moeten dienen als slaven. De grimmigheid van Hels rijk vormt een groot contrast met het Walhalla. Overigens, niet voor allen was de burcht van Hel een zware straf. Het was een tussenstadium voor hen die normaal geleefd hadden, de uitzonderlijke goeden en kwaden gingen naar het Walhalla of ondergingen een eeuwige marteling in de kerkers van de burcht van Hel.
Nog meer slangen leefden aan de wortel van Yggdrasil, naast Níðhöggr. Níðhöggr zou, samen met Yggdrasil, de ragna rök overleven, evenals waarschijnlijk de andere slangen.