In dit artikel gaan we Ocker Repelaer van Molenaarsgraaf en de impact ervan op verschillende aspecten van het dagelijks leven onderzoeken. Ocker Repelaer van Molenaarsgraaf is al lange tijd onderwerp van belangstelling en debat, en de invloed ervan strekt zich uit tot meerdere gebieden, van de politiek tot de populaire cultuur. We duiken in de verschillende aspecten die Ocker Repelaer van Molenaarsgraaf tot een relevant en interessant onderwerp maken, en analyseren hoe het zich in de loop van de tijd heeft ontwikkeld. Van de oorsprong tot de huidige relevantie ervan, we zullen duiken in een volledige analyse van Ocker Repelaer van Molenaarsgraaf en het belang ervan in onze samenleving.
Ocker Repelaer van Molenaarsgraaf | ||||
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Geboren | Dordrecht, 6 oktober 1796 | |||
Overleden | Den Haag, 31 oktober 1869 | |||
Partij | Regeringsgezind | |||
Titulatuur | Jhr. mr. | |||
Functies | ||||
1823-1829 | Lid Provinciale Staten van Holland | |||
1829-1845 | Lid Tweede Kamer | |||
|
Ocko Repelaer, heer van Molenaarsgraaf (Dordrecht, 6 oktober 1796 - Den Haag, 31 oktober 1869) was een Nederlands politicus.[1]
Repelaer, lid van de familie Repelaer, was een zoon van jhr. mr. Johan Repelaer, heer van Molenaarsgraaf (1760-1835) en Adriana Alida Gevaerts (1769-1858).[2] Hij was een oomzegger van minister Ocker Repelaer van Driel. Vader en zoon Repelaer waren ambachtsheer van Molenaarsgraaf. Hij trouwde met Arnoldina Wilhelmina Jacoba van Tets (1802-1887), dochter van minister Arnold Willem Nicolaas van Tets van Goudriaan. Uit dit huwelijk werd een zoon geboren.
Repelaer studeerde Romeins en hedendaags recht aan de Leidse Hogeschool en promoveerde in 1818 op zijn dissertatie De pace Neomagensi inter Ludovicum XIV galliliae regem et ordines generales belgii foederati. Hij was landeigenaar en dijkgraaf in de Alblasserwaard. Hij was bovendien majoor-commandant schutterij van Dordrecht en lid van de Ridderschap van Holland.
Repelaer werd verkozen tot van de stedelijke raad van Dordrecht, Provinciale Staten van Holland (1823-1829) en was van 20 oktober 1829 tot 20 oktober 1845 lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Hij was ridder in de Militaire Willems-Orde. Hij overleed in 1869 op 73-jarige leeftijd.