Oriented Strand Board is een onderwerp dat in de loop van de tijd de interesse van veel mensen heeft getrokken. De relevantie ervan komt tot uiting in verschillende aspecten van het dagelijks leven, van de populaire cultuur tot de politiek en de economie. Terwijl we de implicaties ervan onderzoeken, ontdekken we een universum van mogelijkheden die onze nieuwsgierigheid wekken en ons uitnodigen om na te denken over de menselijke natuur. In dit artikel duiken we in de diepten van Oriented Strand Board en onderzoeken we de oorsprong, impact en evolutie ervan door de geschiedenis heen. Door middel van een gedetailleerde analyse zullen we proberen dit fenomeen en de invloed ervan op de moderne wereld beter te begrijpen.
Oriented Strand Board (OSB) is een plaatmateriaal dat is samengesteld uit verschillende lagen houtschilfers van een vooraf bepaalde vorm en dikte, die onderling door een bindmiddel zijn verbonden.
In het Nederlands: "plaat gemaakt van gerichte houtschilfers". De schilfers (strands) van de buitenlagen zijn evenwijdig aan de plaatlengte gericht (oriented), die van de binnenlaag zijn ofwel willekeurig gestrooid ofwel dwars gericht op de lengterichting van de plaat. Bij de voorloper van OSB, waferboard, waren de houtschilfers niet gericht.
OSB heeft een aantal voordelen ten opzichte van multiplexplaten:
OSB wordt tegenwoordig ook steeds vaker gebruikt als ondervloer voor lamelparket. Het vervangt op die manier de traditionele multiplexplaat.
Norm NEN-EN 300 (Oriented Strand Board (OSB) - Termen en definities, classificatie en specificaties) bepaalt volgende klassen:
Vooral OSB/2 en OSB/3 worden op de Belgische markt verkocht.
OSB-platen worden geproduceerd door het gebruik van dunningshout. Bij de productie komt zo goed als geen afval vrij. Het weinige afval dient als brandstof, de schors wordt gebruikt in de tuinbouw. Terwijl bij spaanplaten 7 tot 9% lijm gebruikt wordt heeft OSB door de grote schilfers minder lijm nodig[bron?]. Daardoor beantwoorden de meeste OSB-platen aan de geldende normen voor kwalificatie E1 in verband met de formaldehyde-uitdamping. De gehaalde waarden (volgens de norm EN 120) liggen gemiddeld tussen 6,5 en 8 mg/100g.