Tegenwoordig is Padintegraal een onderwerp van groot belang en relevantie geworden in de huidige samenleving. Met de voortdurende vooruitgang van de technologie en de mondialisering heeft Padintegraal een fundamentele rol in ons dagelijks leven verworven. Van zijn impact op de economie en de politiek tot zijn invloed op cultuur en entertainment: Padintegraal is erin geslaagd de aandacht te trekken van mensen van alle leeftijden en achtergronden. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten met betrekking tot Padintegraal diepgaand onderzoeken, waarbij we het belang, de implicaties en de evolutie ervan in de loop van de tijd analyseren. Wat is de werkelijke impact van Padintegraal op onze samenleving? Hoe is onze manier van kijken naar en leven van Padintegraal door de jaren heen veranderd? Dit zijn enkele van de vragen die we in deze uitgebreide analyse zullen proberen te beantwoorden.
Een padintegraal is een door de natuurkundige Richard Feynman in 1948 gelanceerd wiskundig begrip om de niet-relativistische kwantummechanica te kunnen formuleren in termen van de actie (gelijk aan de integraal over de tijd van de Lagrangiaan) uit de klassieke mechanica.
De niet-relativistische kwantummechanica associeert met iedere mogelijke toestand van een systeem, een complex getal. De golffunctie die deze getallen genereert, voorspelt de waarschijnlijkheid dat het systeem zich in een bepaalde toestand bevindt.
Feynman associeert met iedere mogelijke evolutie van het systeem een complex getal. Dit betekent een functie op een oneindig-dimensionale ruimte, ook als het systeem zelf een eindig aantal deeltjes in drie meetkundige dimensies betreft. De aldus ontstane "golffunctionaal" voorspelt volgens hem de waarschijnlijkheid dat het systeem een bepaalde tijdsevolutie volgt.
Op een evenredigheidsfactor na is de golffunctie van Feynman
waar de lagrange-functie is, en een mogelijke evolutie van het systeem tussen de tijdstippen en . (Als toestandsruimte is de reële as gekozen, dit kan natuurlijk ook of een algemene gladde variëteit zijn.)
Voor een puntmassa op een positie s in een conservatieve energiepotentiaal is de lagrange-functie het verschil tussen kinetische en potentiële energie:
Het optellen van alle mogelijke evoluties die tot een gegeven waarneming leiden, vereist een integraal over een oneindigdimensionale parameter. Feynman zelf noteert dit als
en stelt dat de integratieveranderlijke "varieert over alle mogelijke differentieerbare tijdsevoluties van het systeem met gegeven begin- en eindvoorwaarden".
Een wiskundig consistente formulering ligt niet voor de hand. Er zijn verschillende voorstellen gedaan om Feynmans padintegralen een streng wiskundig kader te geven. De twee meest geciteerde interpretaties zijn:
De eerste benadering (veralgemeende Fresnelintegraal) sluit het nauwst aan bij Feynmans oorspronkelijke formulering, maar vereist strenge voorwaarden op de actiefunctie om nog zinvolle convergente integralen op te leveren.
De tweede benadering wijkt op twee belangrijke punten van de feynmanintegraal af: (1) de factor in de exponent wordt door vervangen, en (2) de integraal verloopt over alle continue evoluties van het systeem, waarbij de differentieerbare evoluties in de minderheid zijn (technisch vormen ze een nulverzameling voor de wienermaat). Het is evenwel de meest krachtige formulering, omdat binnen het rigide raamwerk van de brownse beweging vele resultaten van de waarschijnlijkheidsrekening ter beschikking staan. Zie Feynman-Kac-formalisme.
Ondanks het flou artistique dat de wiskundige strengheid van padintegralen omgeeft, hebben ze aanleiding gegeven tot zeer concrete baanbrekende resultaten in de natuurkunde, onder meer in de formulering van de kwantumelektrodynamica.